zondag 16 april 2017

Sportrusten 3½ - Marathon Rotterdam 2017


Op het moment dat ik dit schrijf, ligt de marathon van Rotterdam alweer een week achter ons. Een week waarin ik uitgebreid stil heb kunnen staan bij hoe het was, in dat warme Rotterdam.
Tijd om terug te blikken op die dag, die al twee jaar in mijn agenda stond als de dag waarop ik voor het eerst die enige, echte marathon zou gaan lopen.

De aanloop naar die 9 april was al geweldig. In de geweldige facebookgroep RMD 2017 kon ik de hele tijd met gelijkgestemden optrekken naar de grote dag. Twijfels werden gedeeld, spanning werd tastbaar en humor was alom aanwezig. Dat alleen al maakte mijn voorbereidingsperiode naar Rotterdam zoveel specialer dan die van mijn eerste marathon, in Leiden vorig jaar.

Natuurlijk was het weer in die groep een belangrijk gespreksonderwerp, toen het er naar uit zag dat het net die ene dag echt warm zou worden. Omdat ik slecht tegen warmte kan, had ik mij aanvankelijk wel wat zorgen gemaakt. Maar aangezien ik er niets aan zou kunnen veranderen, had ik maar besloten het over me heen te laten komen. Genoeg drinken, goed insmeren, petje op het hoofd en rustig aan doen, dat was het devies.

INKnBURN united - met Inge en Saskia
Via de RMD groep had ik een plekje gereserveerd in de zogenaamde 'Green Room' op 200 meter van het startvak. Daar kon ik me omkleden, mijn tas achterlaten en na afloop een massage krijgen.
Inge, die haar eerste marathon zou lopen, had hetzelfde gedaan, zodat we samen druk en opgewonden konden zijn over wat ons te wachten stond. We gingen met zijn allen nog even op de foto op het dak van het oude station Hofplein en sneller dan gedacht moesten we al richting het startvak, als we Lee tenminste niet wilden missen. En wie wil Lee nu missen als je de marathon in Rotterdam gaat lopen??
Daar gaan we! Op naar het startvak.
Het was nu al warm. Ik voelde druppels over mijn arm lopen en was bang dat mijn drinkzak was gaan lekken. Maar toen ik op mijn rug voelde, was het daar droog. Het waren gewoon zweetdruppels!
Terwijl wij daar druk kletsend stonden te wachten op het startschot, hoorde ik ineens mijn naam. Het was Karlijn, die vlak achter me stond. Wat leuk, ik wist dat ze ook zou lopen vandaag, maar hoe groot is de kans dat je een bekende tegenkomt tussen 17.000 lopers?

Blije eitjes in startwave 5
Daar klonk ineens Lee Towers door de speakers, met zijn traditionele 'You'll never walk alone'. Er werd luid meegezongen en natuurlijk moest ik een traantje wegpinken. Hoe mooi was het om zo meteen die magische 42,195 km te gaan lopen in mijn eigen stad? Daar horen wel een paar traantjes bij en het zouden ook niet de laatste zijn van vandaag.

Nadat Lee zijn laatste noten gezongen had, en het kanon (voor ons in het allerlaatste startvak niet hoorbaar) was afgegaan, duurde het nog even voordat wij naar voren konden schuiven. Ik had met Inge afgesproken dat ik mij zou gaan afsluiten en ik zette mijn iPod op met rustige muziek. Hiermee hoopte ik mijn hartslag enigszins omlaag te kunnen krijgen.
Zodra we richting de start mochten (bijna 40 minuten nadat de eersten de startboog waren gepasseerd) schoot ik nog even een dixi in en merkte vervolgens dat ik zo goed als achteraan liep. Hmmm... ik wilde wel rustig lopen, maar niet de druk voelen van de achterste loper. Ik piepte dus een stukje naar voren en passeerde de tijdmatten. Horloge aan en gaan!

Niet te snel van start, nu. Hoewel ik op hartslag had getraind, wilde ik de eerste 3 kilometer op tempo lopen. Ik weet namelijk dat mijn hartslag bij een evenement snel de hoogte in schiet. In Leiden raakte ik daardoor wat gestrest, en om dat te voorkomen, zou ik pas naar mijn hartslag kijken als ik even onderweg was.
Ik liep lekker ontspannen. Het tempo lag ietsje hoger dan gepland, maar het voelde goed.

De cheerzone van de RRC
Daar kwam het volgende kippenvelmomentje, toen ik de Erasmusbrug op liep. Die brug is voor mij onlosmakelijk verbonden met Rotterdam en ik geniet altijd als ik eroverheen loop. Maar nu was ik op die brug dus bezig mijn droom te verwezenlijken, hoe cool was dat?!?
Ik liep langs mijn werkplek en wist dat ik na de volgende bocht moest gaan uitkijken naar mijn support team (mijn man en mijn moeder, die mij op verschillende plekken langs het parcours zouden opwachten). Net na de cheerzone van de Rotterdam Running Crew stonden ze, en in het voorbijgaan drukte ik volgens afspraak mijn iPod in handen van manlief. Even roepen dat het lekker ging en dat ik ze straks weer zou zien.

Inmiddels was ik de 3 kilometer gepasseerd, maar ik besloot om toch maar op tempo te blijven lopen. Ik voelde wel dat het met dit weer voor mij geen doen was om op lage marathon hartslag te lopen en wist dat ik me daardoor alleen maar zou laten frustreren. Natuurlijk wist ik in mijn achterhoofd wel dat mijn tempo te hoog was, maar ik zou wel zien waar het schip strandde.
Nadat we IJsselmonde indraaiden, hoorde ik ineens mijn naam roepen. Ik keek naar rechts, en daar stond Karin op het talud mij enthousiast aan te moedigen. Blij en verrast riep ik terug en met een glimlach ging ik verder.

Het was nu wel echt warm en ik probeerde wat stukken schaduw op te zoeken. Toch had ik minder
last dan ik van tevoren had verwacht. Na 9 km nam ik mijn eerste gelletje en ik probeerde steeds iets te drinken, precies zoals ik me had voorgenomen.
Ik wist dat Evert Buitendijk op 9,5 kilometer zou staan om foto's te maken. Op de Spinozaweg zorgde ik er dan ook voor dat ik rechts bleef lopen en Evert heeft dan ook mooi vastgelegd hoe goed ik me op dat moment (nog...) voelde.

Al snel draaiden we de straat in waar mijn oude kleuterschool ligt. Maar ik vergat op te letten, omdat mijn aandacht werd getrokken door iets anders. Ik zag een bekend gezicht in een opvallende geel/paarse outfit. Het was 'Nico', althans de acteur die in de theatervoorstelling 'De Marathon' Nico speelt. Hij ging langs het parcours op de foto met een aantal lopers.
En daar zag ik ook 'Gerard', terwijl hij zo te zien werd geïnterviewd. Om niet veel verderop aan mijn kan ook 'Leo' en 'Kees' in dezelfde pakjes te zien lopen. Het ligt niet in mijn aard, maar ik vond het passend bij deze marathon om toch hun namen te roepen. Natuurlijk kreeg ik direct reactie: "Hé, goed bezig!!" op zijn Rotterdams. Achter mij riep iemand nog "Ik heb van jullie genoten!".  Op dat moment liep ik zelf ook volop te genieten.

Nu kwam er een stuk dat ik nog niet kende, behalve uit de verhalen. In 2014, het jaar waarin ik de eerste helft van de marathon liep als business runner, zat het Havenspoorpad nog niet in de route. Een lang recht stuk, waar naar verluid weinig publiek zou staan. Ik wist dat aan het eind daarvan mijn support team op me stond te wachten.
Maar als ik me had verheugd (want dat had ik) op een lekker stil stukje, kwam ik bedrogen uit. Bijna de volledige 3 - 4 kilometer stond er publiek.

14 km - het gaat lekker!
Blij verrast zag ik op het 14 kilometer punt al van ver de rode Sportrusten vlag staan. Die had ik in Leiden node gemist. En ja hoor, toen ik dichterbij kwam, zag ik dat Maarten en Koen er allebei stonden. Ik riep ze, werd aangemoedigd en kreeg een high-five.
Nog geen honderd meter verder stond mijn mams klaar met een gelletje en een flesje water. Ik pakte het dankbaar aan, zei even dat het lekker ging en weg was ik weer.

Om nog geen 2 kilometer verder tot mijn schrik ineens mijn linkerkuit te voelen verkrampen. Oh nee, ik moest nog zo'n eind! En ik had nooit kramp!
Proberen te ontspannen maar, kijken of dat helpt. Dat leek uit te maken, maar vanaf dat moment was het gedaan met het lekkere lopen.

De kramp liet steeds met speldenprikjes van zich horen. Op 17 kilometer besloot ik daarom maar wandelend mijn volgende gelletje te nemen. Op 18 kilometer, vlak bij Ahoy, kreeg ik er een ander probleem bij: een stekende pijn aan mijn teen vertelde mij dat de blaarpleister die ik daar uit voorzorg op had geplakt, zijn werk niet afdoende deed. Dan maar even gaan zitten, schoen uit en een kleine inspectie doen. De pleister zat nog op zijn plek, dus schoen maar weer aan en verder. Blijven ontspannen om te voorkomen dat ik geforceerd zou gaan lopen. Dat lukte redelijk en na een kleine kilometer was de ergste pijn alweer weg.

Rond 22 kilometer, dus net over de helft, kon ik mams en man laten weten dat het inmiddels zwaar
was. De warmte, de krampen... eigenlijk vond ik het al niet meer zo leuk. Na een banaantje en weer een flesje water toch gewoon weer op pad. Vanaf daar was het zoeken naar de juiste manier om de kilometers af te leggen.
Bij de drankposten probeerde ik zoveel mogelijk te koelen, mijn petje nat te maken, evenals mijn zweetbandjes, die ik voor dat doel uit een la had gevist (gelukkig waren ze groen en pasten bij mijn outfit).

Onverwachte aanmoedigingen!
Daar was die mooie Erasmusbrug weer. Hoewel ik nu al wat wandelpauzes had ingelast, wilde ik de brug lopend op. Het viel me mee, al was het tempo natuurlijk een stuk lager dan op de heenweg.
Snel daarna was ik bij het beruchte tunneltje bij de Blaak. Van tevoren had ik al besloten dat ik omhoog zou wandelen, dus dat deed ik. Ik werd ingehaald door iemand die me aanmoedigde om door te gaan - ze had al die tijd achter me gelopen, zei ze.
Dat was voldoende om weer even te gaan rennen.
Ineens hoorde ik weer mijn naam roepen. Nu wordt je naam door het publiek vaker geroepen, maar je leert toch onderscheid maken als het iemand is die jou kent. Het was Wendy, en wat was ik blij dat ze daar stond.

Toch had zich op dat moment al half in mijn hoofd een gedachte genesteld: dit was gekkenwerk! Het was te warm, dit ging ik niet trekken, ik moest nog zo'n eind en wie bedenkt nu dat het leuk is om en marathon te gaan rennen? Kortom, ik moest maar zo verstandig zijn om te stoppen. En om nooit meer zo'n dwaze uitdaging aan te gaan.
Om de volgende bocht stond mijn support team weer en ik zou het aan ze vertellen dat ik overwoog om uit te stappen.

Zo gezegd, zo gedaan. Maar zodra het hoge woord eruit was, zag ik in hun gezichten mijn eigen teleurstelling weerspiegeld. Natuurlijk zou ik altijd spijt hebben als ik het niet had geprobeerd. Al moest ik de rest wandelen, ik zou doorgaan! Dat deed ik dus.
De drukke Boezemstraat was op de heen weg geen genoegen voor mij. Het was er druk en lawaaiig. Weer moest ik even wandelen omdat mijn kuit begon dwars te liggen.
Ik keek nog even uit naar Fien, die hier zou staan, maar ze stond er niet. Waarschijnlijk al naar huis. Gelukkig stond Thecla daar, de moeder van Karlijn, die mij nog even een hart onder de riem kon steken.
Nu even doorbijten, al snel kwam het Kralingse Bos - door velen vervloekt, maar ik keek uit naar de rust.

Na weer even een soort van gerend te hebben, wandelde ik het bos in. De rust was inderdaad fijn. Er kwam iemand naast me wandelen en we raakten aan de praat. Dit was haar eerste marathon en ze was vastbesloten hem uit te lopen, ook al was ze 3 weken ziek geweest en had iedereen haar afgeraden om van start te gaan. Ze reageerde op een piep op haar horloge en constateerde dat we op 4 uur zaten. Dat viel haar mee, nu zou ze het zeker halen. Ik keek op mijn eigen horloge en besefte dat ik al die tijd niet op het display had gekeken. Ik was alleen maar gericht op de volgende stap, de volgende meter. Wat kon mij schelen wat dat horloge mij te vertellen had? Maar ook bij mij stond er dat ik precies 4 uur had gelopen. Haar positiviteit was aanstekelijk en ik besloot weer aan te zetten.

Om na 1 stap niet meer verder te kunnen. Mijn kuit zat nu echt vast en ik kon geen kant op. Ik raakte niet in paniek, zocht de dichtstbijzijnde lantaarnpaal en rekte. Dat hielp en ik kon mijn weg toch weer vervolgen. Ik haalde Karlijn in, die aan het wandelen was, vergezeld door haar vader. Ze had het ook zwaar en dat sterkte mij. We deden een stukje aan stuivertje wisselen, maar nadat ze me later had ingehaald, zou ik haar pas na de finish weer zien.

In het bos stond nog een post van de RMD. Daar was mijn eigen flesje sportdrank en mijn banaan, die in de Green Room had afgegeven en die ik dankbaar in ontvangst nam.

Nu kwam het 35 kilometer punt. Ik wist dat daar de Hardloopsupporter stond, een groot scherm waarop videoboodschappen vertoond werden die waren gemaakt door familie en vrienden. Van tevoren hadden Inge en ik al het vermoeden uitgesproken dat Lisette wel een filmpje zou hebben gemaakt en ja hoor, ik ging over de mat die mijn chip registreerde en daar was Lisette in beeld. Wat was ik blij haar te zien, al was het op een scherm. Juichend stak ik mijn armen in de lucht.
Maar het was nog niet gedaan, want er bleken maar liefst 4 schermen te staan. En op het tweede scherm verscheen, geheel onverwacht, Mandy. En op het derde scherm mijn eigen mannetje! Wow, drie filmpjes, op een punt waar het zwaarder dan zwaar is.

Alsof dat nog niet genoeg was, stond daar ineens Karen, die mij toeriep. Daarna was het Liesbeth, die er stond en mij aanmoedigde. Met een brede glimlach liep ik dan ook op manlief af, die daar even verderop stond. Weg was het gevoel dat ik het niet zou halen, ik ging dit gewoon doen. Niet nadenken, de ene voet voor de andere blijven zetten, dan kwam die finish uiteindelijk wel in zicht.

38 kilometer - het frisse is er af...
Al sinds het halve marathon punt liep ik in de buurt bij Jacqueline. Wij wisselden elkaar steeds af met
wandelen en rennen en wisselden een enkel woord in het voorbijgaan. Het was prettig om een vast punt te hebben en tot de finish liepen wij die laatste kilometers min of meer gezamenlijk op ons doel af.

Gelukkig wist ik dat er nog ondersteuning lang de kant stond. Babette had laten weten zich rond de 37 kilometer op te houden en ik keek halsreikend naar haar uit. Ja hoor, daar kwam ze me al tegemoet. Een omhelzing, een foto, even zeggen dat ik het zo zwaar had en verder maar weer. Zo lief dat ze had gewacht tot ik voorbij was, zeker omdat ze zelf de kwart marathon had gelopen.

Het duurde langer dan verwacht voordat ik eindelijk voor de tweede keer de Boezemstraat kon indraaien, en nu was de drukte meer dan welkom. Wat een onthaal!! Het leek wel of iedereen mijn naam riep en me aanmoedigde. Ik zag gebalde vuisten, gaf high-fives en stak mijn duim een aantal malen op. Hier kreeg je vleugels, zelfs als je door je laatste reserves heen zat!
Bovendien staat ineens Fien toch aan de zijkant! Hoe leuk als je dat niet meer verwacht en ik zwaai blij naar haar.

Een feestje!
Vanaf hier kijk ik uit naar het moment dat ik de bocht omga en de Mariniersweg oploop. Ik weet dat daar niet alleen mijn supportteam staat dat mij vanaf de start al heeft gesteund, maar ook mijn zoons, die speciaal voor dit moment naar Rotterdam zijn gekomen.
Eerst loop ik echter nog door de cheerzone van de Running Rebels Rotterdam. Wow, wat een feestje is dat! De confetti is allang afgeschoten, maar dat weerhoudt de Rebels er niet van om gewoon handen vol van de grond te rapen en over de lopers uit te storten. Onder luid geroep en opnieuw high-fives kom ik lachend en blij uit de zone.

Ik heb dan mijn rugzak al losgemaakt, omdat ik heb afgesproken dat ik die zo meteen ga afgeven, zodat ik verlost van dat juk over de finish kan. Detail: het staat ook nog eens beter op de finish foto's...
Eindelijk die rugzak af!


Daar staan ze, mijn lieve supporters! Ik stop nog even om te vertellen dat het heus, echt, heel echt, heel zwaar is, maar dat ik het nu ga halen en letterlijk en figuurlijk verlicht ga ik rennend de laatst 1,5 kilometer in. Nu wordt er niet meer gewandeld!

Onverwacht gezelschap! 
Zodra ik de Blaak weer opdraai, weet ik weer hoe het voelt als je de Coolsingel binnen handbereik hebt. Van de 5 eerdere keren dat ik in Rotterdam heb gelopen, ben ik 4 keer op deze manier gefinisht. Ik weet dus dat het langer is dan het lijkt. En gek genoeg valt het door die wetenschap juist mee. Of komt dat doordat er ineens een bekend gezicht naast me loopt?
Daar is Babette weer! Wat gaaf, ze loopt een eindje met me op en grapt dat ze nu op mijn foto's staat als we een officiële fotograaf passeren. Dan neemt ze afscheid en dankbaar vervolg ik mijn weg.

Maar opnieuw hoor ik mijn naam. Ik kijk naar links, en zie Jeroen op de grond, met zijn camera in de
hand. Ik was helemaal vergeten te kijken of hij erbij zou zijn vandaag, maar ik had het natuurlijk kunnen weten. Opgetogen zwaai ik naar hem en steek mijn duimen omhoog om aan te geven dat het goed gaat.
Want dat gaat het inmiddels weer, goed.

Geen idee van mijn tijd, maar dat kan me helemaal niks schelen. Ik ga gewoon die f*cking marathon uitlopen! Die mooiste marathon van allemaal, dat kan ik nu beamen. Want hoe zwaar ik het ook heb gehad, wat is dit een geweldige dag geweest! Ik had dit voor geen goud ter wereld willen missen.
Niet dat de vermoeidheid op dit moment weg is, maar de euforie overstemt alle uitputting die ik gevoeld heb.

Daar is ie dan, de Coolsingel. Ik geniet heel bewust van de lange weg naar de finishboog en neem alles in me op. Het enthousiaste publiek blijft maar aanmoedigen, ook al loop ik in de achterhoede en zijn al vele lopers voor mij die eindstreep gepasseerd. Natuurlijk staan er tranen in mijn ogen vanwege de grootsheid van dit moment.
Op het laatst gooi ik mijn armen in de lucht en ja hoor, ik heb het geflikt! Mijn tijd is geen toptijd, natuurlijk niet. Hoewel ik toch een PR heb neergezet door ruim 2 minuten sneller te zijn dan in Leiden.
Na afloop blijkt dat Karlijn een aantal seconden sneller is geweest dan ik. Inge heeft het geweldig gedaan bij haar eerste marathon en heeft totaal geen last gehad van de omstandigheden. Veel mensen hebben het zwaar gehad, een enkeling heeft een (dik) PR gelopen.

Deze marathon, mijn tweede, is totaal anders gelopen dan ik had gepland. Ik ben te snel gestart, heb niet op mijn hartslag gelet (die achteraf véél te hoog blijkt te zijn geweest - ja duh!), ben bij mijn support team gestopt terwijl ik na vorig jaar heb gezegd dat niet meer te zullen doen, heb gewandeld terwijl ik dat niet wilde en heb achteraf bezien tóch nog te weinig gedronken.

Maar na de eerste teleurstelling (ja, toch wel) begon in de afgelopen week steeds meer het gevoel van trots te overheersen. Veel mensen zijn voortijdig uitgestapt (meer dan vorig jaar) en vanwege het warme weer heeft het merendeel zijn doel niet gehaald. Het was de op een na warmste marathon ooit, en de warmste is destijds halverwege gestaakt, dus dat plaatst alles wel in perspectief.

Weet je nog dat ik me onderweg voornam om geen marathons meer te lopen? Yeah, right. Volgend jaar Rotterdam zit er niet in, omdat ik dan met manlief samen de Caubergtrail wil gaan lopen, die in hetzelfde weekend valt. Dus wordt het een najaarsmarathon. Eindhoven. Kan ik gelijk kijken of het me dan wel lukt om onder die 5 uur te duiken.
En in 2019 staat Rotterdam weer op de planning. Jawel, ik ben een marathonloper.
Die medaille kan niet vaak genoeg geshowd worden

zaterdag 8 april 2017

Sportrusten 3½ - De Vooravond

Ineens is het zover: dan hoef je nog maar één nachtje te slapen voor de grote dag. Alle trainingen zitten er op. De tas staat ingepakt, de instructies voor het support team zijn gegeven en het startnummer is opgehaald.

Aan de voorbereidingen zal het niet liggen. Ik heb in de afgelopen 99 dagen ruim 480 kilometer hardgelopen en van de 55 trainingen heb ik er slechts eentje over hoeven slaan. Ik liep 2 wedstrijden (Delftse Houtloop en de 10 km bij de CPC) en 1 PR en ik deed ook nog mee aan 2 trailruns. de Meerdaalwoudtrail en de Ooievaarstrail.
Ik heb zelfs een paar intervaltrainingen gedaan, het moet niet gekker worden.
Met het slapen is het in de afgelopen vijf weken gelukkig ietsje beter gegaan. Ik voel me nu dan ook wat fitter dan de vorige keer dat ik op deze plaats van mij liet horen.

Al met al kan ik wel zeggen dat ik er klaar voor ben. Meer nog dan vorig
jaar heb ik het gevoel dat ik het aan kan. Ik ben ook niet zenuwachtig, hooguit kriebelt het af en toe. Het feit dat ik al een keer heb ervaren wat het is om dat 'pleuris eind' te lopen, scheelt ook. Al zal Rotterdam totaal anders zijn dan Leiden: ander parcours, meer publiek en zeker meer lopers. Als het gaat om de drukte, vraag ik me wel af of ik daar onderweg niet enorm last van ga krijgen. Ik herinner me een Dam tot Damloop waarbij ik een paniekaanval kreeg vanwege alle prikkels die ik kreeg van de massa mensen langs de kant. Maar goed, toen zat ik beduidend minder goed in mijn vel en 'Rotterdam' wil ik al zó lang lopen, dat ik verwacht dat het mee zal vallen. Al kijk ik stiekem wel een beetje uit naar de paar rustige stukken, zoals het Kralingse Bos. Ik kijk ook enorm uit naar alle bekenden die ik - hopelijk - langs de kant ga zien staan, dan wel als loper ga tegenkomen. Het voordeel van in je eigen stad lopen.

In de voorbereiding heb ik veel gehad aan de facebookgroep van Rotterdam Marathon deelnemers. Hoe fijn was het om ervaringen uit te wisselen, dingen te kunnen relativeren en contact te hebben met andere Sportrusters. Ik kijk er naar uit om een aantal van die mensen morgen in het echt te ontmoeten.

Wat ga ik anders doen dan vorig jaar? Althans, wat ga ik anders proberen te doen dan vorig jaar?
Ik ga van tevoren de rust pakken, zodat mijn hartslag niet vóór het zingen van Lee al tot grote hoogte stijgt. Ik heb op mijn iPod rustgevende muziek gezet, die ik in het startvak ga beluisteren. Even afsluiten van de hectiek.
Vervolgens, als ik dan eindelijk (40 minuten nadat Lee zijn laatste noten ten gehore heeft gebracht - ik ben ingedeeld in het laatste startvak) van start mag, hoop ik dat ik het voor elkaar krijg om langzamer te starten dan de rest. Zodat ik mezelf niet in het begin al opblaas en nog over heb voor de vele kilometers die nog gaan komen. Dit wordt de grootste uitdaging morgen.

Ook op mijn vocht- en voedselinname onderweg ga ik beter letten. Meer drinken en deze keer wél een gelletje nemen als ik bij 30 kilometer ben. Wat dat drinken betreft: ik ga deze keer wél mijn van tevoren klaargemaakte flesjes sportdrank meenemen en ze niet op het aanrecht laten staan...

En dan een cliché van de bovenste plank: ik ga zoveel mogelijk genieten en alles gewoon over me heen laten komen.

Is er dan niets waar ik tegenop zie? Jawel, ik kan niet goed tegen warmte, dus ik zit er zeker niet op te wachten dat het ineens 20 graden lijkt te worden. Het is zelfs de vraag of ik wel onder de door mij zo belangrijke grens van 5 uur ga finishen in deze omstandigheden.
Maar wat kan ik er tegen doen? Niets, nada, noppes. Ik zal er mee moeten dealen, net als al die andere duizenden lopers, van wie er maar een klein deel echt blij zal zijn met dit weer.

Ik ga het zien en ondergaan. Morgenavond weet ik het: zal ik dan kunnen zeggen dat ik marathons heb gelopen?