dinsdag 25 november 2014

Op de fiets


Altijd als ik na afloop van een evenement lopers op hun fiets zie stappen omdat zij dichtbij genoeg wonen om niet met ander vervoer naar huis te hoeven, voel ik enige jaloezie.
Het lijkt me heerlijk om even de vermoeide spieren los te kunnen trappen en vervolgens in no time onder je eigen douche te kunnen staan.

Nu was het eindelijk mijn beurt om te ervaren hoe fijn het werkelijk is: afgelopen zaterdag liep ik in mijn eigen dorp een 10 mijlswedstrijd. Ik voelde me de koningin te rijk toen ik slechts een half uur voor de start op mijn fiets kon stappen om naar de atletiekbaan te rijden waar de start en finish zouden zijn.

Zoals te verwachten viel, was het aantal deelnemers niet hoog. Achteraf zag ik dat 115 deelnemers de finish bij de 10 mijl hadden gehaald, en bij de andere, kortere afstanden was dat aantal nog vele malen lager. Dat was nog eens andere koek dan met 35.000 lopers op eenzelfde parcours rond hobbelen.
Nadeel was natuurlijk dat ik nu écht in de achterhoede zou lopen en misschien zelfs moest oppassen om geen laatste te worden. Niet dat daar iets mis mee is, maar ik laat de eer van hekkensluiter liever aan iemand anders over.

Van meet af aan ging ik dus sneller van start dan ik van tevoren van plan was geweest. Ik moest wel, anders bungelde ik direct al in de staart van het deelnemersveld.
Hoewel de meute zich al snel van mij verwijderde, lukte het mij om in de eerste kilometers een aantal lopers in te halen. Als ik die achter me kon houden, zat het wel snor.

Toen ik eenmaal mijn positie had gevonden, merkte ik dat de lol er voor mij al af was. Ik liep mij zowaar zelfs te vervelen. De route was namelijk nogal saai. Nu snapte ik weer waarom ik die kant nooit opga tijdens mijn duurlopen.
Publiek was er ook niet, afgezien van de enthousiaste (dat moet gezegd) vrijwilligers die iedereen de weg wezen onder het roepen van welkome aanmoedigingen.
Maar ik begon mij steeds slechter te voelen. Daar hielp geen 'Goed zo!' tegen.Voelde me slap en moe. Dit was niet mijn dag en dat was te wijten aan de effecten van de verdoving bij de tandarts, twee dagen eerder. Mijn lijf moet altijd hard werken om die schadelijke stoffen af te breken en blijkbaar was er geen energie meer over voor iets anders.

Ik ploeterde natuurlijk toch gestaag voort en eindelijk, eindelijk was daar het punt waarop de route afboog om ons terug te leiden naar het het startpunt.
De kilometers vielen me steeds zwaarder en ik had af en toe het gevoel dat ik zou omvallen voordat ik de finish had bereikt. Ik nam tempo terug, het kon niet anders. Daarmee moest ik de loopster voor mij, die de hele tijd als baken had gefungeerd, definitief laten gaan.
(Achteraf zou grappig genoeg blijken dat deze dame derde was geworden in mijn leeftijdscategorie. Als ik op toptempo had kunnen lopen en haar had ingehaald, zou ik nog op het podium terecht zijn gekomen ook.)

Mijn eindtijd was voor mijn doen zeker niet slecht. Maar om nu te zeggen dat ik met voldoening terugkeek op mijn 16 kilometer - nee. De medaille vergoedde iets, maar lang niet alles.
Maar de vraag was ook: was het fijn om na afloop op de fiets te kunnen stappen? Mwah.

Gelukkig dus maar dat ik op 7 december weer gewoon met de auto naar Rotterdam ga om temidden van bijna 8000 lopers te genieten van een heerlijk parcours, enthousiast publiek en hopelijk 15 fijne kilometers. Dan maar niet op de fiets.


Afstand: 10 Engelse Mijl (16,1 kilometer)
Tijd: 1:34:28

zondag 16 november 2014

Zeven dijkjes


Ik ga het nu niet hebben over mijn PR op de 10 kilometer dat ik eind oktober liep bij de Van Oers Marathon in Etten-Leur (voor het eerst liep ik onder de voor mij magische grens van 57 minuten).
Evenmin ga ik in op mijn ervaring met het lopen op fivefingers, waarmee ik nu twee weken aan het oefenen ben.

Vandaag was het namelijk weer de dag van de Zevenheuvelenloop.
In 2012 (wat lijkt dat alweer lang geleden!) liep ik daar mijn eerste officiële 15 kilometer.
Omdat ik zo genoten had van het parcours, wilde ik vorig jaar graag in de herhaling. Dat deed ik dan ook, samen met manlief. Opnieuw was het genieten geblazen.

Dit jaar sloegen wij Nijmegen over. Wij hadden beiden niet zoveel zin om weer helemaal naar de andere kant van het land af te reizen. Bovendien gaf het ook rust in mijn best drukke schema; die 13 wedstrijden van vorig jaar waren achteraf gezien eigenlijk te veel van het goede geweest. De teller stond voor dit jaar al op 10, en daar komt de Bruggenloop in december als nummer 11 nog bij. Genoeg is genoeg.

In plaats van die fameuze route van Nijmegen naar Groesbeek en terug, deed ik vanmorgen dus maar mijn eigen 15 kilometer rondje - door de polder.
Omdat je onderweg toch ergens aan moet denken, telde ik heel toepasselijk de heuveltjes die ik vandaag in mijn eigen parcours moest overwinnen. Toeval of niet, ik kwam op zeven.
Natuurlijk niet van het kaliber Zevenheuvelenweg - zulke hoogteverschillen vind je nu eenmaal niet op de Zuid-Hollandse Eilanden. Nee, de glooiingen van vandaag bestonden uit vriendelijke dijkjes en een paar viaducten. En omdat ik uit ervaring weet dat er in Nijmegen 'maar vier' heuvels te overwinnen zijn, vond ik die zeven van mij ook nog best stoer.

Hoewel de laatste kilometers zwaar waren, had ik aan het eind van mijn ronde nog genoeg over om er nog een ruime kilometer aan vast te plakken. Ik zette mijn horloge stil op 16,1 kilometer, 10 Engelse mijl dus. En laat dat nu net de afstand zijn die volgende week gelopen kan worden bij een loopevenement dat door mijn plaatselijke atletiekvereniging georganiseerd wordt! Onnodig te zeggen dat ik dat allang wist. Sterker nog, ik had mij al min of meer voorgenomen dat ik zou gaan deelnemen als mijn rondje van vandaag een beetje behoorlijk zou gaan.

Toen ik thuiskwam heb ik mij dus ingeschreven voor wedstrijd nummer 12. Ik kan het blijkbaar toch niet laten. Waar die zeven dijkjes allemaal niet goed voor zijn.