zaterdag 14 mei 2016

Wings for Life World Run - 8 mei 2016


Het was niet de optimale wedstrijd om te lopen, twee weken vóór de marathon: de Wings for Life World Run in Breda. Reden: ik zou het tempo en de afstand niet helemaal zelf in de hand hebben. Tijdens deze run (wereldwijd in 34 landen op precies hetzelfde tijdstip gehouden) loop je namelijk totdat de finishlijn (in de vorm van de Catcher Car, in Nederland gereden door Max Verstappen) jou inhaalt. Als ik 14 kilometer wilde lopen, zoals in mijn schema stond voor die dag, zou ik een tempo van 6:08 minuten/kilometer moeten lopen. Dat is veel sneller dan ik op marathon hartslag kan lopen. Maar als het me zou lukken de juiste hartslag aan te houden, zou ik uitkomen op een afstand van 'slechts' 10 kilometer.

In de weken voor 8 mei had ik nog geen beslissing kunnen nemen wat ik zou doen. Zou het tempo worden, of hartslag? In de laatste paar dagen hoefde ik daar echter niet langer over na te denken - het zou tropisch warm worden die dag, dus alle schema's moesten overboord en ik mocht waarschijnlijk blij zijn als ik tot 8 kilometer zou komen.

Ruim voor de start had ik afgesproken met Mandy, met wie ik samen zou lopen. Omkleden konden we nog in een koel stadskantoor, maar het duurde niet lang of we moesten er aan geloven: de hitte in.
Na een fotomoment met een aantal instagramlopers liepen we naar de startvakken.
Wat was het al warm! Dat bleek ook op het moment dat ik mijn horloge aanzette, 10 minuten voor de start. Mijn hartslag was enorm hoog. Natuurlijk zou het me in deze omstandigheden nooit lukken om op marathon hartslag te lopen. Alle doelen werden ter plekke losgelaten en Mandy en ik spraken af dat we wel zouden zien hoe ver we zouden komen.

Het startschot klonk en de massa zette zich in beweging. Al heel snel was duidelijk dat het zwaar zou zijn. Dat was het eigenlijk al vanaf de eerste meters. Op dat moment was het 26 graden en mijn lichaam was duidelijk (nog) niet gewend aan deze temperaturen. Mandy en ik kwamen er na afloop achter dat we allebei hetzelfde dachten: diep van binnen waren we het liefst omgekeerd.

Uiteraard gingen we toch door. We probeerden zoveel mogelijk in de schaduw te lopen en iedere sproeier die door het publiek richting de lopers werd gehouden, probeerden we te pakken.
Het hielp. Vanaf de drankpost op 5 kilometer, waar we al wandelend ons bekertje water dronken, ging het ineens wat makkelijker. We raakten een klein beetje gewend aan de hitte en spraken de wens uit om tot 8 kilometer te komen.

We gingen de bebouwde kom uit en liepen aan de rand van het Mastbos. Al snel was daar het bordje dat het 8 kilometerpunt markeerde en Max was nog in geen velden of wegen te bekennen. Het halen van de 10 kilometer werd steeds realistischer. Met nog een paar honderd meter te gaan tot het 10 kilometer punt wilde ik nog een beker water halen bij een meneer die langs de kant stond. Dat duurde langer dan ik had verwacht en gewild, en achteraf was het natuurlijk ook niet nodig geweest - een paar honderd meter verder stonden genoeg bekers met water.

Maar goed, na dit oponthoud liepen we gestaag verder, waarna we al snel een hoop lawaai achter ons hoorden. We zagen nog niets, maar het was duidelijk dat de Catcher Car niet lang meer op zich zou laten wachten.
We werden gesommeerd om rechts te gaan lopen (als je aan de andere kant gepasseerd wordt, wordt je tijd niet geregistreerd) en ja hoor, daar was Max. We hadden nét de 10 kilometer niet gehaald: 9,83 km stond er op de teller.

Na even te hebben uitgepuft in de schaduw, liepen we naar de bussen die ons terug zouden brengen naar de start.
Het was ongelooflijk zwaar geweest, maar tegelijkertijd ontzettend gaaf om te doen. We waren er al snel over uit: dit gaan we volgend jaar weer doen!

Hoewel het dus op bijna geen enkele manier een geslaagde marathon training te noemen was, ben ik blij dat ik het heb gedaan.

En nu... is het aftellen geblazen naar 22 mei - zoals het er nu naar uitziet, met aanmerkelijk lagere temperaturen. Gelukkig!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten