zondag 29 april 2012

Inspiratie

Soms heb je even iets meer nodig dan je eigen intrinsieke motivatie om je ertoe te zetten een rondje te lopen. Zeker als het een langer rondje is, en je een weekje hebt gespijbeld omdat het gewoon even niet zo lekker zat in je lijf. Zoals deze week het geval was.
Waar put ik dan uit als ik niet in staat ben om die schop onder mijn kont zelf stevig genoeg te maken? Het antwoord ligt in de sport, maar een andere sport dan hardlopen. Het antwoord luidt: Rafael Nadal.
Ik volg deze tennisspeler al sinds hij in 2005 Roland Garros won en als een ding me in hem aantrekt, is het zijn mentale kracht. Hij speelt ieder punt met een instensiteit alsof het matchpoint is en zal niet opgeven tot de scheidsrechter heeft geroepen "Game, set and match!". Tegelijkertijd maakt hij zijn prestaties niet groter dan die van anderen en blijft hij ongelooflijk bescheiden en staat hij met beide benen stevig op de grond.
Dus zit hij geregeld in mijn hoofd, ook tijdens het lopen. Als het lekker gaat, voel ik me met hem verwant en voel ik me gesterkt om door te gaan. En als het niet zo lekker gaat, neem ik zijn kracht als een soort mantra in me op, en dat zorgt ervoor dat ik desnoods op mijn tandvlees mijn doel van die dag bereik.
Vandaag was de dag van de mantra. Ik was ongemerkt toch weer te snel van start gegaan en vanaf de vijfde kilometer moest ik dat bekopen. Zwaar was het, maar ik gaf onder geen beding op. Mijn grote voorbeeld op sportief gebied doet dat immers ook alleen als het echt niet anders kan, in het geval van een stevige blessure (en zelfs dan is hij nog wel eens verder gegaan dan eigenlijk verstandig was...).
Vandaag had ik nog een andere stok achter de deur: als ik niet zou volhouden, zou ik te laat thuis zijn en het begin missen van een tennisfinale waarin - inderdaad - Rafael Nadal een van de twee spelers was.
Onnodig te zeggen dat ik al worstelend en wel ruim op tijd weer binnen was om geen minuut van de finale te missen. En zoals hij als winnaar uit de strijd kwam, voelde ik me toch ook weer een beetje winnaar omdat het me weer gelukt was.


Afstand: 9 km
Tijd: 56:31

maandag 23 april 2012

Zoek de zeven verschillen

Vorige week leken de vleugels waarop ik mijn 10 kilometer liep, nog zo vast verankerd. Toch hebben ze in de afgelopen paar dagen in sneltreinvaart losgelaten.
Waarmee maar weer aangetoond is, dat een goede loop vooral ook afhankelijk is van het moment. Mijn 6 kilometer eerder in de week ging nog wel, maar de 10 kilometer die ik als training afgelopen zaterdag liep was weer eens een gevecht. Vooral met mezelf.
Toch valt het verschil wel te verklaren: als ik kijk naar de omstandigheden bij mijn 'superloop' en de laatste ronde, valt een aantal dingen op.
1.  De voorbereiding
Vorige week stonden de ochtenduren in het teken van de 10 kilometer. Drinken klaar maken, eten meenemen, tas inpakken en toen rechtstreeks naar Rotterdam voor de start. Plasje plegen, in het startvak beetje rekken in afwachting van de start.
Zaterdag zat ik eerst in mijn loopkleding in een koude sporthal op een hardhouten bankje te kijken naar een volleybalwedstrijd van mijn jongste zoon. Mijn spieren waren dus koud en stijf. Rotterdam - trainingsloop: 1-0.
2.  Het eten
In Rotterdam was ik te gespannen om kort van tevoren nog trek te hebben; ik heb na mijn ontbijt dan ook niets meer genomen. En daar liep ik dus goed op.
De laatste keer had ik te kort van tevoren nog een rijstbal op (rijst, umeboshi en nori) die duidelijk nog zwaar op de maag lag toen ik begon te lopen - mijn lichaam had veel energie nodig voor de vertering en die energie kon ik dus niet inzetten voor het lopen. Rotterdam - trainingsloop: 2-0.
3.  Het weer
Het was zaterdag weer ouderwets Hollands polderweer, met wind en regen. Dat betekende lopen met een jack en petje en daar heb ik een hekel aan. Het jack mag dan nog zo ademend zijn, onderweg was ik dus toch geregeld bezig met het benauwde gevoel van die extra laagjes. Rotterdam - trainingsloop: 3-0.
4.  Mijn humeur
Door al die eerder genoemde omstandigheden had ik het ook niet echt naar mijn zin onderweg. Ik was veel te veel bezig met het gevoel dat het zwaar ging, waardoor het nog zwaarder ging. Lopen is naast fysieke inspanning toch ook heel erg een mentaal gebeuren. Rotterdam - trainingsloop: 4-0.
5.  Waar was het publiek?
Niet één toeschouwer langs de weg die mij een hart onder de riem stak toen ik in de regen het viaduct op ploeterde... Rotterdam - trainingsloop: 5-0
6.  Bekende route
Als je van huis uit vertrekt, heb je maar een beperkte keus in de samenstelling van je eigen parcours, en hoewel ik deze keer vertrok vanaf de sporthal een paar dorpen verder, kon ik de route redelijk dromen. Dat maakt het lopen wat saaier dan in een omgeving waar anderen voor je hebben bedacht welke kant je op moet en waar je nog verrassingen tegenkomt. Rotterdam - trainingsloop: 6-0.
7.  Mijn tempo
Dat lag beduidend hoger tijdens de training en ik kreeg mijn ritme van een week eerder maar niet te pakken. Zelfs niet met behulp van de juiste muziek. Dat liep dus ook minder ontspannen, maar omdat ik daardoor wél een snellere tijd heb neergezet, vooruit: Rotterdam - trainingsloop: 6-1.



Afstand: 6 km
Tijd: 37:54


Afstand: 10 km
Tijd: 1:02:51

dinsdag 17 april 2012

Victorie!

Om maar met het verlossende woord te beginnen: het is volbracht. Mijn allereerste officiële 10 kilometer is een feit. En wát voor feit! (Ik waarschuw maar vast: dit wordt één grote juichzang, dus ga er maar even voor zitten...)

De laatste dagen voor de grote dag begon mijn energie weer op peil te komen. Goed gegeten, rust genomen als dat nodig was, van die dingen. Waar ik me het meest zorgen over maakte was het weer - er waren veel wind en een lage temperatuur voorspeld, maar daar had ik weinig invloed op.
Op het laatste moment ging het tóch nog een beetje mis: ik had de avond tevoren tegen beter weten in een stukje zalm genomen. Dat lijkt misschien onschuldig, maar bij mij leidde dat tot klachten en dus tot een slechte nacht. Om precies te zijn tot een nacht die slechts 3 uur slaap opleverde.
Uiteraard liet ik me door dit kinkje in de kabel niet uit het veld slaan, want met mijn basisconditie zat het uitstekend.
Ruim op tijd arriveerden mijn aanmoedigingsteam (bestaande uit mijn echtgenoot) en ik op de Coolsingel, zodat er nog tijd was voor een ingecalculeerde sanitaire stop. Direct door naar de rij bij de Dixies dus.
Met een lege blaas het startvak opgezocht om daar Lee Towers en het kanonschot voor de start van de marathon aan te horen. Daarna waren wij, de 10 kilometer lopers, aan de beurt. Ik was er klaar voor.
Na het startschot duurde het nog vijf minuten voor ik de meet passeerde en vervolgens moest ik nog 400 meter wachten tot mijn horloge het GPS signaal oppikte, maar toen ik eenmaal de Blaak opdraaide voelde ik al dat het goed zat.
Dit eerste stuk stond er tegenwind, maar na mijn recente ervaring met de polderwind was dit voor mij niet meer dan een licht briesje. Daar hielpen de beschutting van gebouwen en ruim 6000 mede-lopers en supporters natuurlijk ook flink aan mee.
Mijn ritme zat direct goed, voelde ik. Ik genoot zonder overdrijven van elke meter, van alles wat ik onderweg tegenkwam: het zicht op het lange en brede lint lopers als de weg een kleine daling maakte, de enthousiaste klappende en roepende mensen langs het parcours, de muziek op sommige punten, gesprekken van mensen voor, naast of achter me, kinderen die hun handen uitstaken voor een low-five en een toevallige oud-collega die ik ineens langs de kant zag staan.
Maar bovenal genoot ik van het gevoel te lópen. Ik denk dan ook dat ik de volle 10.000 meter heb lopen stralen waardoor ik niet eens in de gaten had dat de zon zich maar spaarzaam liet zien.
Eindelijk lijk ik het geheim te hebben ontdekt - het is een soort flow waar je in terecht komt als je in je eigen tempo maar doorgaat en doorgaat. Heerlijk (ja, ik had gewaarschuwd!).
Het ging ook snel. Niet zozeer qua tijd (hoewel ik onderweg geen moment heb gekeken, wist ik wel dat ik geen toptijd aan het neerzetten was), maar bij iedere bocht of kilometeraanduiding dacht ik: "Hè, zijn we al zó ver?!".
Op het moment dat we de Blaak weer bereikten voor het laatste gedeelte vóór de Coolsingel, kreeg ik nog even extra vleugels en het leek wel of ik steeds lichter ging lopen.
Ik genoot ook nog even van de Ethiopische en Keniaanse marathonlopers die op dat moment aan de andere kant onder motorbegeleiding richting het Kralingse Bos speerden en ging toen de bocht om voor de laatste 400 meter.
Het hadden er nog best 1000 meer mogen zijn, zo lekker voelde ik me nog steeds (bovenstaande foto is op dat punt genomen).
En daar was ie dan: de Finish! Ik passeerde hem met grote voldoening, dat mag duidelijk zijn.
Gehaald, en hoe! De medaille die mij na afloop werd omgehangen zal ik altijd bewaren als herinnering aan het moment dat ik grenzen overschreed die ik ruim een jaar geleden nog als onneembaar beschouwde.
Het euforische gevoel is twee dagen blijven hangen, dus ik kan met het volste recht zeggen: mission accomplished.
Maar... wordt vervolgd.


Afstand: 10 km
Tijd: 1:05:17

donderdag 12 april 2012

Halfleeg

Normaal gesproken ben ik iemand die de dingen des levens van de zonnige kant bekijkt. Natuurlijk, er zijn ook bij mij wel eens momenten van doemdenken en donkere wolken, maar over het algemeen benader ik alles met een positieve insteek.
Vandaag was dat bij mijn trainingsrondje niet het geval.
Na een al redelijk stroef verlopend rondje drie dagen geleden, verwachtte ik half en half dat het vandaag, op mijn laatste kilometers voor de echte proeve, soepel zou gaan. Gewoon, omdat dat meestal het geval is na een mindere training.
Nee dus. Ik had zelf al gemerkt dat mijn energiepeil de afgelopen week drastisch is teruggelopen. Samenloop van een aantal leuke, maar veeleisende omstandigheden. Maar hé, een stoere tante als ik laat zich daar niet door van de wijs brengen, dus deed ik of er niets aan de hand was.
Jammergenoeg prikte mijn acupuncturist letterlijk en figuurlijk door mijn pantser heen: hij constateerde dat er weinig energie in mij zat en hij raadde mij aan om vooral ook rustmomenten in te bouwen.
Hm, rustmomenten. Lastig te vinden, zo'n paar dagen voor het evenement waar je al een klein jaar na toe werkt. Ik doe mijn best, maar mijn allerlaatste trainingsrondje voor de grote dag moest en zou toch echt wel doorgaan.
Vanmorgen dus. Al voor ik de eerste 500 meter had afgelegd, voelde ik dat er niet veel in zat. Mijn tempo zo laag mogelijk houden was het enige dat er op zat. Opgelucht en vooral leeg kwam ik thuis. Pffff. Even zag ik het niet meer zo heel erg zitten.
En nu? Nu stop ik mezelf nog een paar dagen vol met oppeppers, krachtvoeding op natuurlijke basis. In de hoop dat die koppen thee met shoyu, kommen misosoep, rijstballen en krachtige groentebereidingen mij net geven wat ik nodig heb: voldoende puf om het glas weer half-, of liever helemaal, vol te krijgen voor zondag.
Gelukkig komt daar mijn zonnige kant weer om de hoek kijken: het gaat me lukken!


Afstand: 5 km
Tijd: 32:09


Afstand: 4 km
Tijd: 26:06

zondag 8 april 2012

Generale repetitie

Nou, daar ging ik dan. Op weg om voor de allereerste keer de magische grens van 10 kilometer te overschrijden. Ruim een week vóór het echte werk moest het er gisteren van komen.
Twee dagen eerder had ik al een kort trainingsrondje gedaan, om het ritme erin te houden, maar gisteren kon ik laten zien wat ik op dit moment echt waard ben.
Ik begon heel lekker, kreeg de juiste nummers voorgeschoteld op mijn iPod, waarmee ik al snel een lekker ritme te pakken had. De temperatuur was wat aan de lage kant, maar ach, door de inspanning kreeg ik het toch al snel warm. Het was droog, ook een pluspunt.
Alleen: die wind.
Ik had er rekening mee gehouden dat de frisse en vooral stevige wind een factor van betekenis zou zijn, maar de eerste 7 kilometer was dat vooral in mijn voordeel - omdat ik hem vooral méé had.
Maar, het laat zich raden, dat bleef natuurlijk niet zo. Want wie in een rondje loopt, zal altijd terug moeten, tenslotte. Dat betekende in mijn geval wind tegen in de achtste en negende kilometer. Hoera, tegen het eind dus, toen de bodem van mijn tank al in zicht kwam. En ik had de opbouw in mijn rondje in dat opzicht niet goed uitgekiend, want ik liep net op dat moment in het meest open en onbeschutte deel van de route, midden in de polder, met de wind pal op kop.
Het was niet moeilijk mijn tempo aan te passen, want ik kon simpelweg niet anders. Nadat ik een viaduct had bedwongen (ook dat nog, heuvel op) viel het me zo zwaar dat het me niet verbaasd zou hebben als ik volledig tot stilstand zou komen en ter plekke zou neervallen.
Maar, zeker nu, met het uiteindelijke doel in zicht, was ik vastbesloten me niet te laten kennen. Desnoods ging ik sjokkend richting de denkbeeldige finish, maar die 10 kilometer moest en zou ik halen zonder te wandelen. Op pure wilskracht hield ik dus vol, de meters aftellend tot het punt waarop ik eindelijk weer een bocht om kon en mijn tong van mijn knieën kon halen - ik kon weer ademhalen!
Nu waren de laatste loodjes eens niet de zwaarste en vol trots keek ik op mijn horloge toen ik mijn afstand volbracht had. Om blij verrast te constateren dat ik een veel snellere tijd had gelopen dan ik had durven dromen. Jippie dus. Of toch niet?
Nu rest namelijk de vraag of ik hiermee niet een hele goede generale heb afgeleverd en mij daarmee in de vingers heb gesneden. Ze zeggen immers dat je een slechte generale nodig hebt voor een goede première...


Afstand: 3,5 km
Tijd: 22:26


Afstand: 10,51
Tijd: 1:06:02



zondag 1 april 2012

In the pocket

Eindelijk lijk ik het écht te hebben gevonden: mijn ideale looptempo. Met het gevoel van de laatste training nog in mijn hoofd, ging ik vanmorgen weer in een rustige pas op stap voor de wekelijkse lange ronde. Normaal loop ik liever niet in de ochtend, maar het startschot over twee weken valt nu eenmaal al vóór 11 uur, dus heb ik mezelf gedwongen om mijn stijve spieren wat eerder dan gebruikelijk in gang te zetten. Zodat ze zich hopelijk bij die gelegenheid herinneren dat ze het kunnen, 's morgens.
Het ging weer lekker. Er liep een meneer voor mij in een ogenschijnlijk langzamer tempo dan het mijne, en ik besloot dat hij een mooi referentiepunt voor mij zou zijn. Helaas, wat er trager uitzag (althans, in mijn hoofd) bleek toch nog iets te snel voor mij. Trots was ik dat ik toch niet in de verleiding kwam om te versnellen. Dat moet ik niet vergeten als ik straks te midden van zo'n 8000 lopers met even zo veel verschillende tempo's op zoek ga naar mijn eigen ritme.
Onderweg gebeurde er niets wat spannend genoeg is om hier te melden, behalve dan dat ik wederom het gevoel had op deze manier nog een hele tijd door te kunnen gaan.
Dat lukte. Opnieuw pikte ik een paar honderd meter extra mee ten opzichte van mijn voorgenomen afstand - slechts 500 meter verwijderd van die magische 10 km grens. Die man met dat kleine hamertje op 8,4 km ben ik gewoon voorbij gelopen zonder te groeten. Ik beschouw hem als een restantje van mijn laatste lange loop, die eindigde na, inderdaad, 8,4 km.
Wat is nu de moraal van dit verhaal? Dat ik, als ik dit kan vasthouden, eigenlijk al helemaal klaar ben voor 15 april. Rotterdam, here I come!


Afstand: 9,5 km
Tijd: 1:01:40