vrijdag 27 december 2013

Pfff...

Er is een reden waarom ik een maand lang niet van me heb laten horen op deze plek, en die reden is de titel van deze column. Inderdaad: pfff...

Na de Zevenheuvelenloop in november had ik eigenlijk even genoeg van het hardlopen. Ik had er alweer 12 wedstrijden opzitten, en vond het wel even welletjes. Door het sombere, donkere weer stond ik evenmin te trappelen van ongeduld om mijn loopschoenen aan te trekken voor een nat, winderig rondje.
Dat kwam niet zó handig uit, omdat ik nog een Bruggenloop voor de boeg had, dus ik perste mijn laatste beetje motivatie eruit om nog een aantal trainingskilometers te maken die mij met een beetje comfort over die vijf Rotterdamse bruggen moesten brengen.
Die missie slaagde. Ik kan niet zeggen dat ik juichend aan de start verscheen van wedstrijd nummer 13, maar toen ik eenmaal op weg was, merkte ik dat ik nog lekker in vorm was. Ik snelde dan ook zomaar naar wéér een PR op de 15 kilometer, voor de tweede keer in drie weken. Ik bespeurde zelfs weer een sprankje euforie na afloop.

Maar daarna was het echt op. Met de grootste moeite is het mij gelukt om 'ongeveer' twee keer per week een rondje te blijven lopen, maar de vonk was verdwenen.
Wat niet hielp, was dat mijn echtgenoot met het zelfde probleem kampte. Op een punt waren we zelfs zo diep gezonken dat we afgesproken hebben om elkaar een schop onder de kont te geven voor onze zondagse duurloop, omdat we bang waren dat we anders de deur niet uit zouden komen.

Iedere keer dat ik mezelf weer zover had gekregen, wachtte ik op het moment dat het vuur weer zou gaan branden, maar de vonk bleef weg.
Niet handig, als je bedenkt dat ik over iets meer dan vijf weken 18,5 kilometer ga lopen in Apeldoorn. Wat ik moet doen om deze lamlendigheid te doorbreken is mij nog niet te binnen geschoten. Voorlopig zit er niets anders op dat mij zoveel als mogelijk te houden aan mijn schema en maar even door de zure appel heen te bijten. Er is hoop, want toen ik gisteren (mét een heerlijk zonnetje, dat wel) mijn zeven kilometer volbracht, was ik weer een beetje blij. Er was zelfs een punt waarop ik héél even het gevoel had dat ik zweefde.

Vandaag is het echter opnieuw mis: ondanks mijn voornemen om een kort rondje in langzaam tempo te lopen, weet ik dat het er wéér niet van gaat komen. Te moe, te koud, te nat en te winderig.
Maar één ding is wel zeker: dat zonnetje van gisteren zorgt er uiteindelijk wel weer voor dat de vonk aan het ontbranden slaat, al duurt het tot het begin van de lente. En die 18,5 kilometer in februari zal ik hoe dan ook volbrengen - is het niet op motivatie, dan maar op karakter!