dinsdag 23 februari 2016

Gelre Jutberg Trail - 20 februari 2016

Afgelopen weekend stond de kortste afstand van de Gelre Jutberg Trail in Dieren op het programma, de 8,1 km. Aanvankelijk zou deze trail een training vormen voor de halve marathon van Berlijn, maar tussentijdse, onverwachte ontwikkelingen hadden ervoor gezorgd dat het ineens een marathon training werd.

Huh, een marathon? Die zou ik toch pas in 2017 gaan lopen? Ja, inderdaad, 'zou'. Want ineens kreeg ik via Stoere Vrouwen Sporten een startbewijs plus Sportrusten trainingsschema in de schoot geworpen voor de marathon van Leiden, op 22 mei van dit jaar. Ik hoefde de kans alleen maar te pakken. En dat deed ik. Zonder er héél lang over na te hoeven denken. En dus startte ongeveer halverwege mijn schema voor Berlijn plotsklaps mijn schema voor Leiden. Met dus die trail als training.

Het moeilijke zou zijn om op lage hartslag te gaan lopen. De meeste trainingen moet ik namelijk op mijn marathon hartslag lopen. Die ligt een stuk lager dan mijn halve marathon hartslag. En trails zijn nu eenmaal niet echt het soort loopjes waar je je hartslag laag kunt houden, vanwege de ondergrond en het meestal heuvelachtige parcours.

Nu had ik afgesproken dat ik deze trail met Marianne zou lopen. Omdat het haar eerste trail zou zijn, had ik haar al laten weten dat zij het tempo zou bepalen. En behalve dat het heel gezellig was om samen te lopen, was het voor mij heel goed om rustig te lopen en mijn hartslag binnen de perken te houden.

De eerste kilometer had ik moeite om mijn ademhaling onder controle te houden, maar daarna ging het kletsen een stuk makkelijker. We genoten van het bos en het lekkere loopweer (het was net op tijd droog geworden en de temperatuur was prima) en de mooie omgeving. Het parcours was een beetje modderig, maar dat was niets in vergelijking met mijn laatste trail, dus ik draaide er mijn hand niet voor om.
Totdat... we bij een bocht kwamen die werd geblokkeerd door een plas waar niet omheen te lopen viel. Een vrijwilliger wees ons vriendelijk lachend de richting, en als we bij de finish wilden komen, moesten we er toch echt aan geloven: zonder natte voeten ging het niet lukken.
Na een kleine aarzeling, omdat niet te zien was hoe diep de plas was, zette ik de eerste stap. En daarna nog een paar voordat ik erdoor was. Het water kwam tot ruim boven mijn enkels en met koude en natte voeten liep ik daarna weer verder. Jakkes. Maar gelukkig verdween de kou snel en ik had weer een overwinning op mezelf behaald.

Voordat we het wisten, hoorden we de speaker bij de finish al. Eerst moesten we echter nog de halve atletiekbaan over. Marianne bleek nog een eindsprint in de benen te hebben en ik had moeite om haar bij te houden. Gezamenlijk gingen we dan toch over de eindstreep. Waar manlief ons al opwachtte aangezien hij al eerder was gefinisht. Moe waren we niet, wel voldaan. En ik was blij dat van al mijn blessures (knie, kuit, bil en schouder) er niet één tijdens het lopen van zich had laten horen.

De erwtensoep na afloop liet ik aan me voorbij gaan (er was helaas geen vegetarische variant) en ik ging naar de kleedkamer. Om erachter te komen dat ik de droge sokken waarop ik mij sinds die plas had verheugd, tóch niet in mijn tas had zitten. Er zat dus niets anders op dan 1,5 uur met blote voeten in de auto te zitten totdat we thuis waren. Waar mijn droge sokken op mij lagen te wachten.



zondag 7 februari 2016

Meerdaalwoud Trail - 31 januari 2016

Wat doe je als je erachter komt dat er bij je broer in zijn 'achtertuin' een trail wordt gehouden? Dan schrijf je je in natuurlijk! Dat hadden wij dan ook gedaan voor de 1e Meerdaalwoudtrail in Bierbeek (België).
De kortste afstand (12 kilometer), omdat dat het beste paste in mijn Sportrusten schema voor de halve marathon van Berlijn (3 april).

De dagen voor 31 januari had ik het weerbericht al angstvallig in de gaten gehouden. Ik hou namelijk niet van modder en wat gebeurt er met een trailparcours als je de hele week alleen maar een wolkje ziet staan met een enorme hoeveelheid regen daaronder? Juist, dan krijg je modder.
En dat was precies wat we kregen.

Het eerste stuk viel reuze mee, dat was om erin te komen. We liepen over karakteristieke |Belgische kasseien die er al wel verraderlijk glad uit zagen, omdat ook hier een blubberig laagje overheen lag. Maar hierdoor liet ik mij niet van de wijs brengen en ik huppelde hier nog vrolijk verder.
Al snel kwamen we echter in een weiland waar iedere illusie van schone schoenen bruut de kop in werd gedrukt. het was zoeken naar een spoor waarin het wegzakken tot een minimum beperkt was, maar eigenlijk was dat onbegonnen werk.

Gelukkig kwamen we na het weiland in het bos en daar was het goed lopen. Hoe leuk was het dat er op 3 kilometer zowaar supporters stonden: broer en schoonzus stonden langs de kant om ons aan te moedigen en op de gevoelige plaat vast te leggen.

Ik was natuurlijk weer veel te warm gekleed (leer ik het dan nooit na 5 jaar hardlopen?), dus ik was blij dat ik mijn rugzakje bij me had waarin ik mijn jackje kon opbergen.
Met opgestroopte mouwen liep ik verder.

Het parcours was goed te doen. Ik was inmiddels aan het concept 'modder' gewend en liep zonder problemen door de plakkende, natte substantie. Maar net toen ik er een soort van lol in begon te krijgen, was daar op 7 kilometer een heuvel met modder van een hogere categorie. Ik zakte tot mijn enkels in de smurrie en was bang dat ik zou uitglijden. Ik had voor de zekerheid een brace om mijn knie voor extra ondersteuning, maar een onverwachte beweging zijwaarts zou de boel geen goed doen. Enigszins krampachtig en inwendig toch licht vloekend wandelde ik omhoog.

Gelukkig overleefde ik deze heuvel zonder kleerscheuren en ik kon weer tempo maken. Ik genoot als altijd van het heuvelafwaarts lopen. En net toen ik weer helemaal in mijn element was, dook de volgende hindernis op: een modderbad waar varkens een moord voor zouden doen. Voor mij zat er niets anders op dan wandelend langs de zijkant, voorzichtig springend over de geultjes verder te gaan. Ik was niet de enige die het op deze manier deed, maar natuurlijk werden we voortdurend ingehaald door de ervaren trailrunners van de langere afstanden, die gewoon door het midden van het 'pad' liepen alsof de weg bedekt was met asfalt.
Ik vond het in elk geval niet leuk meer. Modder is één ding, maar ik hoef er niet tot in mijn knieën in weg te zakken.

Maar ook aan dit gespetter kwam een eind waarbij de enige 'schade' was dat mijn schoenen

onherkenbaar waren en dat mijn tight er wat extra prints had bijgekregen.
Na zo'n 11 kilometer belandde ik weer bij de kasseien, dus wist ik dat de finish nabij was. En ik wist dus ook dat de modder daarmee achter me lag.

Erop terugkijkend, vond ik het toch leuker dan ik had verwacht, zo'n blubber parcours. Nog steeds loop ik liever op een droge ondergrond, maar ik zie er minder tegenop als dat niet het geval is.
Dat is maar goed ook, denk ik. Over 2 weken staat de volgende trail alweer op het programma en de weerberichten laten opnieuw veel regenachtige wolkjes zien...