dinsdag 10 oktober 2017

The Marathon from Hell - Eindhoven, 8 oktober 2017

Tja, het staat er echt, en het was ook werkelijk zo: de marathon van Eindhoven was voor mij een regelrechte hel.

Wedstrijddag: ik word wakker van de wekker in mijn fijne appartementje in het centrum van de stad en ik heb zowaar een paar uur kunnen slapen in deze vreemde omgeving. Ik ben klaar voor vandaag. Sterker nog: ik ben nog nooit zo ontspannen geweest voor een grote hardloopwedstrijd en ik heb er zin in!
Dat ik de afgelopen 1,5 maand enorm veel slaaptekort heb opgelopen (dat is weer een compleet ander verhaal) en daardoor mogelijk niet fit genoeg ben voor 42 kilometer en een beetje, heb ik naar de achtergrond weten te dringen. Ik heb immers al mijn trainingen op een fijne manier weten te volbrengen. Noem het koppigheid (anderen noemen het standvastigheid).

Op het gemak maak ik alles klaar en in mijn hardloopkleren loop ik naar het hotel vlak naast de start, waar Inge, Mandy en Lisette mij opwachten. Mandy en Inge lopen vandaag ook de hele marathon, Lisette heeft gisteravond de 10 kilometer gelopen.
We gaan naar onze startvakken en al kletsend wachten we op het startsein. We staan in het achtste startvak, dus het zal nog even duren voordat we mogen beginnen. Als om 2 minuten over 10 ons vak in beweging komt en wij mee naar voren lopen, worden we verrast door het feit dat we ineens de startboog onderdoor gaan. Snel het horloge aan en we gaan.

Iedereen loopt al redelijk snel van mij weg, maar ik heb me voorgenomen me niet gek te laten maken. Rustig starten, dat is mijn doel. En dat lukt redelijk. Naar mijn hartslag kijk ik nog niet, die is nu toch veel te hoog. Na een paar kilometer merk ik al dat ik er niet lekker in zit. Het tempo is prima, maar ik heb het gewoon niet naar mijn zin. Helemaal niet. De route is één van de saaiste die ik ooit heb gelopen, en dat zit me dwars.
Verder blijkt mijn hartslag ook na 3 kilometer nog veel te hoog en ik krijg hem niet omlaag. Nou ja, dan maar op deze hartslag lopen, daar heb ik het in Leiden en Rotterdam ook mee gered.

Het sombere gevoel wijkt niet. Niet na 5 kilometer, niet na 8 kilometer en niet na 19 kilometer. Ik ben in gevecht met mezelf - dit was toch de marathon waar ik eindelijk onder die 5 uur zou duiken? Het weer is ideaal: grijs, beetje fris met af en toe een spatje regen, daar had ik me juist op verheugd. De saaie kilometers - wat zeg ik: de saaie meters - rijgen zich echter aaneen.
Rond de 20 kilometer zit ik bij het stadscentrum en ik overweeg om uit te stappen en lekker naar mijn appartement te gaan. Ik zal manlief Etienne wel appen dat ik niet langs het halve marathon punt kom, maar dat hij mijn kant op moet komen.

Maar ik doe het niet.

Geen idee waarom, maar ik vind nu uitstappen alleen maar een goed excuus als ik hier mijn been zou breken of iets dergelijks. Omdat er geen enkele sprake is van een blessure, zit er in mijn koppige hoofd niets anders op dan doorgaan.

Ik kom langs een clubje joelende meiden: daar staat mijn eerste supportteam. Het geeft me weer heel even een boost en ik loop verder, al uitkijkend naar het punt waar Etienne ongeveer zou moeten staan. Eindelijk zie ik hem, neem het flesje aan dat hij voor me heeft meegenomen en ga weer verder.
Ik moet wel. Van mezelf.

Rond 24 kilometer komt de redding. Ik word ingesloten door de pacers van 5:00 uur en besluit, geheel tegen mijn principe in, aan te haken. Op dat moment zie ik geen andere mogelijkheid om te finishen dan op te lopen met mensen die een voor mij haalbaar tempo aanhouden.
Het haalt ook de aandacht van het gebrek aan prikkels langs de route een beetje weg, en bijna voordat ik het weet (nou ja, figuurlijk dan), ben ik weer drie kilometer verder.

Daar staat Etienne weer en ik roep hem toe dat ik geen aanvulling op mijn eten/drinken nodig heb.
Ik had namelijk keurig om de 7 kilometer een gelletje genomen, iets wat ik geleerd had van mijn vorige twee marathons. Op 28 kilometer grijp ik dan ook naar mijn vierde gelletje en kom er tot mijn schrik achter dat het zakje in mijn racevest leeg is. Mijn gelletjes zijn er blijkbaar op een onverhoeds moment uitgevallen. Oh nee, ik moet nog best een eind!
Snel accepteren, iets anders zit er niet op. Tot ik een kilometer verder omlaag kijk en ineens twee bekende verpakkingen uit een ander zakje zie piepen. Oh ja, die twee had ik op een andere plek gestopt...

De borden langs de kant tellen af, wat ik een verademing vind. Zeker wanneer de cijfers afstanden aangeven van onder de 20. Dus wanneer ik het bord met 14 kilometer zie, weet ik dat ik nog 'maar' één trainingsloop te gaan heb. En het lukt me nog altijd om de pacers bij te blijven, dus ik weet dat ik de eindstreep ga halen. Het begint allemaal wat meer pijn te doen, maar ik weet ook nu weer uit ervaring dat het erbij hoort.

Helaas, met nog ongeveer 7 kilometer te gaan, wordt de afstand tussen de voorste pacer en mij steeds groter. De tweede pacer echter, blijft bij mij in de buurt, zelfs als de ander uit zicht begint te verdwijnen. Zonder te praten ploeg ik naast hem voort en hoop dat hij mijn dankbaarheid voelt.
Nog 4 kilometer, en ik begin ondanks alles voorzichtig te rekenen.
Zelfs met dit tempo lag een tijd onder de 5 uur nog in het verschiet. Dat motiveert me weer om vol te houden. Verder is er weinig moois aan. Ik ben inmiddels in een verkrampte houding geschoten en kan daar niet meer uitkomen. Als ik ook maar iets aan mijn lopen verander, stort ik ter plekke neer om niet meer overeind te komen, dat weet ik zeker. Dus ik laat het zoals het is.
Het enige waar ik aan kan denken, is die finish. Maar wanneer komt die nu?

Daar is de bocht naar Stratumseind. Met moeite lukt het me om niet in de bocht alsnog onderuit te gaan. Tussen de mensenmenigte kruipen de laatste meters voorbij. Nóg een bocht, en ik weet dat ik nu bijna recht op de finish af loop. Maar waar blijft nu die boog??
Mijn horloge geeft inmiddels aan dat ik al over de marathon afstand heen zit, dus ik wil nu echt wel finishen. Niet meer lopen.
Oh, een bruggetje. Natuurlijk, dat kan er ook nog wel bij. En het kan er ook nog wel bij.

Eindelijk, eindelijk, is daar de verlossing! De finish!! Mijn tijd? Helaas, door de extra meters (ruim 600 volgens mijn horloge) nét niet onder de 5 uur: 5:01:08. Teleurstelling als kers op de taart.

Snel mijn horloge uitzetten, en nog voordat ik dat goed en wel heb gedaan, staat er een mevrouw van de EHBO voor mijn neus. Zelf begrijp ik op dat moment nog niet goed waarom, maar daar kom ik al snel achter. Ik kan niet meer normaal op mijn benen staan en wankel. Nu het lopen is gestopt, stopt mijn lijf er ook even mee. Gelukkig kan ik mijn reddende engel de pacer nog omhelzen en bedanken voor zijn onbetaalbare steun.
Nadat ik even heb uitgehangen in de hekken, een paar keer diep heb ademgehaald en wat heb gedronken, haal ik mijn medaille op. Het geeft niet de voldoening die andere medailles geven.

Ik voel niks van wat ik in Leiden en Rotterdam had gevoeld. Wel zijn er tranen - waarschijnlijk van
opluchting - wanneer ik Mandy zie en huilend delen we door de hekken heen onze ervaring. Zij heeft super gelopen en is euforisch. Bij mij niks van dat al.
Gelukkig staat Etienne mij op te wachten en lukt het me nog om met (een ook al blije) Inge en Mandy een medaillefoto te maken. Maar al snel nadat we afscheid hebben genomen, daalt het slechte gevoel in.

Ik ben boos. Boos op mezelf omdat het me niet is gelukt om mijn hartslag omlaag te krijgen. Verdrietig ook, omdat het slaapgebrek zo'n enorme invloed heeft en zelfs mijn favoriete bezigheid belemmert. Daarnaast ben ik jaloers. Op mijn vriendinnen die zo goed hebben gelopen en uitgelaten zijn. Opnieuw boos, omdat ik niet jaloers wil zijn.
Die avond ga ik met een kater slapen en de volgende dag sta ik met diezelfde kater op.

En nu? Twee dagen later? Geen euforie, die komt ook niet. Ook geen blijdschap. Wel wat trots dat ik ondanks alles toch ben doorgegaan. Maar ook twijfel, of ik dit wel had moeten doen in de wetenschap dat ik verre van fit was.
De spierpijn valt mee, dat is tenminste iets.

Ik heb ook wel weer wat geleerd: voor mij is het belangrijk dat een parcours op deze afstand inspirerend genoeg is. Eindhoven zal ik om die reden nooit meer lopen.
Om die nare smaak weg te spoelen ga ik de komende maanden lekker weer de trails op. Voorlopig even geen wegwedstrijden meer, maar gewoon lopen in de natuur. Hopelijk verdwijnt het nare beeld van deze marathon op mijn netvlies dan ook in de wind. Komend weekend maar alvast therapeutisch een kort rondje vogels kijken.

Voorlopig ook geen marathon meer op het programma, daar heb ik even geen zin in.
Maar omdat ik Eindhoven niet mijn laatste marathon wil laten zijn, staat Rotterdam 2019 alweer met potlood in mijn agenda genoteerd...
Had ik al gezegd dat ik koppig was?





maandag 31 juli 2017

Dorset Invader Half Marathon(ish) - 30 juli 2017

Ja, het is alweer bijna 3 maanden geleden dat ik mijn laatste blog schreef.
En nee, ik ga niet uitgebreid beschrijven wat ik in de tussentijd allemaal heb gedaan. Dus in vogelvlucht noem ik een op-een-na-snelste maar hele natte 10 kilometer (10 van Katendrecht op 20 mei), 56 kilometer met mijn broer(tje) op de racefiets in de heuvels rondom Heerlen (Limburgs Mooiste op 10 juni), en een trail die 25 kilometer had moeten zijn, maar waar ik mijn dag niet had zodat ik de short-cut nam en na 19 kilometer over de finish kwam (Veluwezoomtrail op 17 juni).

Maar het hoogtepunt van deze zomer moest onze trail in Engeland worden, de Dorset Invader Half Marathon. Rondom deze trailrun hadden wij onze vakantie gepland.

Afgelopen donderdag kwamen wij aan in Salisbury, Engeland. We hadden voor deze plaats gekozen vanwege de ligging ten opzichte van de start van de Dorset Invader, in Winterborne Whitechurch.
De dagen voor de trail was het wisselvallig weer, maar gelukkig scheen de zon toen we op zondagochtend rond 7:30 uur vertrokken.

Zodra we arriveerden op de start- en finishlocatie, waren we al blij dat we deze run hadden gekozen. Het terrein hoorde bij een boerderij, en we parkeerden op een grasveld, grenzend aan een wei met koeien, die nieuwsgierig over de heg keken wat al die mensen kwamen doen.
We moesten het erf over om op een ander grasveld uit te komen, waar we onze startnummers ophaalden en waar de hooibalen als finishboog stonden opgesteld.
Omdat de run in het teken stond van de Romeinse invasie, waren er veel toga's te zien. Niet alleen de
vrijwilligers, maar ook veel lopers hadden zich voor de gelegenheid uitgedost.

We werden met zijn allen (een kleine 500 lopers) de heuvel op geleid, vanwaar we na het startsein (een klein Romeintje te paard stak zijn zwaard omhoog) heuvelaf mochten beginnen.
We gingen lekker - ondanks het feit dat ik altijd even nodig heb om er in te komen, ging de eerste heuvel omhoog eigenlijk best goed.
Wat was het een goed idee geweest om tijdens onze vakantie een trailrun te lopen!

Na een kilometer of 2 kregen we een verrassing voorgeschoteld: de pittige regen van de afgelopen dagen had dit deel van het parcours veranderd in een modderpoel. Een beetje modder kan ik hebben, maar zodra ik geen stap normaal kan zetten zonder weg te slippen, ben ik er al snel klaar mee.

Zo ook nu. Mijn goede humeur was als bij donderslag verdwenen en mijn duivelse ik kwam op bezoek. Ik liep te schelden en had geen zin meer. Het feit dat ik al een week slecht had geslapen en ook deze ochtend doodmoe was opgestaan, maakte dat ik het gevoel had dat ik alle reserves al had gebruikt en geen energie meer over had om door deze glibberboel te ploeteren. Tot overmaat van ramp ging ik met mijn hand langs de brandnetels omdat ik de plassen wilde vermijden door aan de zijkant van het pad te lopen.
Wat was het een slecht idee geweest om tijdens onze vakantie een trailrun te lopen!

Maar hoewel ik hard riep dat ik ermee ging kappen, deed ik dat natuurlijk niet. Ik was niet naar Engeland gekomen voor een DNF, zeker niet na die paar luttele kilometers.
Dus ploeterde ik voort, en was blij met de verlossing aan het eind van dit pad. We staken een weg over en kwamen op een 'gewoon'  bospaadje terecht. Aan het eind moest er over een hekje worden geklommen en daarachter lag een grasveld, waarop aan het einde de eerste verzorgingspost was te zien.
Na een bekertje water kon ik er weer tegen en beter gemutst vervolgden wij onze weg.

Nu de wolken rondom mijn hoofd waren verdwenen, kon ik weer genieten van het specaculair mooie landschap. Wat een afwisseling van golvende, goudgele korenvelden en groene bosachtige stukken. Het weer was perfect (een zonnetje, niet te warm en een verkoelende bries), dus er was niets meer dat mijn humeur aan het wankelen bracht. Voordat ik het wist, zaten de eerste 7 kilometers er al op.


Een lang, prachtig bospad volgde, waarna we een pittig heuveltje beklommen richting nieuwe korenvelden. Het begon nu toch weer zwaar te voelen. Ik had mijn eerste gelletje al op en probeerde steeds te drinken om mijn energie op peil te houden. Dat hielp maar ten dele. Sommige stukken omhoog moest ik gewoon even wandelen. Mijn slaaptekort begon zich nu echt te wreken.

Opeens was daar, beneden aan een gemaaid korenveld, de volgende waterpost. Ik vulde mijn flesje bij en nam nog een bekertje. Het kostte iedere keer een beetje meer moeite om weer op gang te komen, maar ook deze keer lukte het weer om een acceptabel tempo te maken.
Althans, tot de volgende modderpoelen zich aandienden...

We waren inmiddels te ver gevorderd om nog aan opgeven te denken, maar ik overwoog rond die 14e kilometer serieus om de rest maar te gaan wandelen. No way dat ik na weer een wandel intermezzo nog kon hardlopen!
Slippend en glippend overbrugden we, net als iedereen om ons heen overigens, al wandelend een stuk dat voor mijn gevoel meer dan een kilometer lang was. Mijn schoenen hadden al zoveel modder verzameld, dat er van profiel geen sprake meer was, en meerdere keren verzwikte ik mijn voet, wetend dat mijn manueel therapeut zich weer zou verkneukelen bij de constatering dat de nodige werveltjes recht gezet moeten worden. Dat mijn hand en been ook alweer een keer of vier in aanraking waren geweest met de brandnetels draagde ook niet bij tot de feestvreugde.

Maar, zelfs modderpaden zijn niet eindeloos en op een strategisch bijzonder fijn punt
waren we opeens aanbeland bij het fameuze 'Love Station'. Fameus bij lopers die vaker een evenement van White Star Running hebben gelopen dan.
Het betekent een uitgebreide hoevelheid eten, van diverse soorten vers gebakken koek tot fruit, van chips tot whinegums. Zelfs als je het aandurft om een wijntje te nemen, kom je aan je trekken. Ik nam een stuk sinaasappel, een stuk watermeloen, een handje chips en twee pretzels. Wat een zaligheid!
Maar een love station is zijn naam niet waard zonder 'love', dus stond er ook een dame in Romeinse kledij die knuffels uitdeelde aan iedereen die daaraan behoefte had.

Dat hoefde ik me geen twee keer te laten zeggen en ik kreeg bij mijn knuffel zelfs nog een rood gestifte zoen op mijn wang cadeau. Ook Etienne kreeg een zoen, en net als veel anderen liepen we verder met een rode mondafdruk op onze wang.
Het ging inderdaad een stuk beter. Weliswaar was het de vraag hoeveel kilometer we nog precies te gaan hadden, maar we hadden er sowieso al 2/3 opzitten, dus we konden gaan aftellen. We wisten alleen dat we meer zouden lopen dan een halve marathon, maar niet hoeveel.

Mijn magnesium shot en mijn gelletje met cafeine leken hun werk te doen, en het lukte me om de vlakkere en dalende stukken goed tempo te maken.
Zeker toen ik de omgeving herkende en me realiseerde dat we niet heel ver meer waren van de finish.
Ik probeerde me mentaal voor te bereiden op dat vreselijke modderpad dat we onvermijdelijk weer moesten lopen, maar verrassing: de zon had de modder voor een groot deel gedroogd en als een lammetje in de wei danste ik omhoog, zelfs mensen inhalend die naar boven wandelden.

Er zat nog wat venijn in de staart in de vorm van een ongekend stijle heuvel, maar zodra we die over waren, volgde alleen nog een bosrijk pad voordat we bovenaan de heuvel kwamen die we ruim 3 uur eerder nog vol goede moed waren afgelopen bij de start. In volle vaart liep ik richting de hooibalen, intussen blij verrast bij de tijd die op de klok stond. Na alle moeite die het me onderweg gekost had, kwam ik na 23,5 kilometer over de finish in een tijd die maar een paar seconden langzamer was dan de Koning van Spanje trail, terwijl die 800 meter korter was.

We kregen een prachtige, loodzware medaille omgehangen - geheel in sfeer was het een Romeins schild - en we kregen een goodiebag, vergezeld van opnieuw een knuffel.
We zegen neer op een hooibaal en al snel had ik weer praatjes voor tien en was de modder bijna vergeten. De run zelf daarentegen is er eentje om nooit te vergeten. De route was prachtig en afwisselend, de sfeer gezellig en de verzorging, aankleding en medaille top.

Volgend jaar staat er dan ook zeker weer een trailrun op het programma tijdens onze vakantie. Ik ga dan wel mijn best doen om er een te vinden met een droge ondergrond garantie.

Oh ja, dat ik bezig ben met mijn Sportrusten schema voor de marathon van Eindhoven en dat deze loop helemaal niet in dat schema past, laten we maar even buiten beschouwing.

dinsdag 9 mei 2017

Een rappe 5 en 192 trappen omhoog - Antwerpen 10Miles en Koning van Spanje Trail


Het is 9 mei, precies een maand na Marathonday. Heb ik stilgezeten in die maand? Ik dacht het niet!

Natuurlijk heb ik braaf mijn week rust gehouden. Ik kon ook weinig anders, want natuurlijk had ik weer mega spierpijn in mijn bovenbenen. Ik ging in die eerste week naar de sauna, de yoga, de masseuse en op dag 6 fietste ik een rondje van 15 kilometer, alvorens op de zevende dag (hoe symbolisch!) de loopschoenen weer aan te trekken voor een hele rustige 5 kilometer.

Het voelde prima. Daar waar ik na mijn eerste marathon last kreeg van een protesterende kuit, lijk ik dit zwaardere marathon avontuur beter te hebben doorstaan. Ik had mijzelf een kleine maand gegeven om voldoende te herstellen voor de volgende uitdaging, want vier weken ná Rotterdam zou ik de Koning van Spanje Trail lopen. Qua afstand substantieel, maar vooral vanwege de hoogtemeters een echte uitdaging te noemen.
Ik had mij van tevoren afgevraagd of het verstandig was om zo snel alweer zo diep te moeten gaan, maar na wat advies te hebben ingewonnen, leek het mogelijk. Als ik maar rustig zou opbouwen naar die trail toe en als ik tijdens het lopen daarvan de heuvels op zou wandelen. zou het helemaal goed moeten komen.

Dus bouwde ik rustig op. Nou ja, met één uitzondering dan...
Al in oktober was ik uitgenodigd om op 23 april mee te lopen met het team van Anita Active in Antwerpen (ter verduidelijking: Anita maakt de fijnste sportbh's ever en ik draag niets anders meer). Super leuk natuurlijk, met allemaal enthousiaste meiden samen naar Antwerpen!
Aanvankelijk had ik de verleiding niet kunnen weerstaan om me op te geven voor de hoofdafstand, de 10 mijl. Maar gaandeweg bedacht ik dat het niet verstandig zou zijn, twee weken nadat ik de marathon had gelopen en was ik geswitcht naar de 5 kilometer.
Het doel was om deze 5 rustig te lopen, ik was immers nog in herstelmodus.

Samen met Nelleke, die ik zo'n kwartier vóór de start had leren kennen, stond ik gezellig in het startvak te wachten tot we weg mochten. Geen spanning, het was maar 5 kilometer en ik ging toch niet voor een tijd.
Totdat ik over de startmatten liep dan. Ik ging in hoog tempo weg, omdat het goed voelde. Maar al snel werd dat hoge tempo ingegeven door de wens om zo snel mogelijk bij de finish te zijn. Waarom? Omdat zo'n beetje 1/3 van de lopers het blijkbaar nodig/wenselijk/gewoon vond om te gaan wandelen. Zelfs in de eerste paar honderd meter!

Ik kreeg het er een beetje benauwd van, moest slalommen om al die wandelaars te ontwijken en
ondertussen ging mijn tempo steeds verder omhoog. Niet de bedoeling, maar wat kon mij het schelen, het voelde goed, dus ik bleef snelheid maken. Het was een rare gewaarwording op dat (overigens ook heel saaie, want een recht stuk weg heen en een recht stuk weg terug) parcours.

In een tijd van 27:28 kwam ik over de finish. Een officieus record (mijn recordtijd van 26:13 werd genoteerd op een parcours dat 200 meter te kort was) en mijn laatste kilometer was de snelste die ik ooit had gelopen. Goed, tot zover dus het voornemen om er een herstelloopje van te maken, maar misschien (waarschijnlijk) betekende dit ook dat ik al vrij aardig aan het herstellen was.

Afgelopen zondag, was het dan de dag van de waarheid. De laatste weken had ik weer rustig aan gedaan, met een 11 kilometer loop door de duinen van Rockanje als een soort van voorbereiding op het ongelijke terrein in de omgeving van Gulpen. Al kun je die 40 hoogtemeters natuurlijk niet vergelijken met wat mij aan Limburgse heuvels te wachten stond...

We moesten al vroeg op pad: de wekker stond op 5:30 uur. Manlief had op het laatste moment nog een startbewijs weten te bemachtigen voor de 11 kilometer en onderweg zouden we Mandy oppikken, met wie ik samen had ingeschreven voor de 22 kilometer.
Uiteraard waren we lekker op tijd op het startterrein, waar al een lekker relaxte trailsfeer hing. We parkeerden de auto op het naastgelegen grasveld (wat een luxe, zo dichtbij!) en we hadden tijd genoeg om ons startnummer op te halen en ons te verlekkeren aan al het moois wat er te koop was.

We zagen de 42 kilometer lopers van start gaan en een uur later was het onze beurt. Mandy, Babette
(die de dag ervoor al de 15 kilometer had gelopen) en ik vertrokken gezamenlijk. Rustig aan, was het motto. Het begon al goed: direct na de start lag de eerste heuvel en nog voordat we op de helft daarvan waren, was het al wandelen geblazen. Dat beloofde wat.

We zaten nog niet op 5 kilometer, of we hadden al een aardige indruk van hoe zwaar het zou worden: héél zwaar! Maar ook hoe prachtig - héél prachtig dus. Op dat moment bleek dat ons tempo voor Babette toch te laag lag, en zij ging op haar eigen tempo verder. Mandy en ik bleven bij elkaar en zouden dat de rest van route doen, zonder dat we dat afgesproken hadden.
We liepen door bos, over weilanden, langs boerderijen en over bruggetjes. Het landschap was steeds anders, net als de hoogte overigens. De beklimmingen waren zo pittig dat we ook niet anders konden dan wandelen en de afdalingen waren soms zo steil dat onze benen er met ons vandoor leken te gaan. Dat was uitkijken geblazen omdat er veel losse stenen op de route lagen.

Na 5,5 kilometer had ik op een schuin stuk weiland mijn enkel stevig verzwikt (je moet ook niet al lopend je telefoon in je zak willen doen op zo'n ongelijke ondergrond). Maar na even wat gehuppel, hield die enkel zich gelukkig goed. Wel kreeg ik net over de helft al last van mijn bovenbenen. De afdalingen waren een behoorlijke belasting voor mijn quadriceps en ik wist al dat ik de volgende dag amper zou kunnen lopen.
Nu lukte het me om steeds weer op gang te komen na wéér een wandelstukje, maar bij elke keer kostte me dat net iets meer moeite.


Maar hoe zwaar het ook was, het was vooral enorm genieten. Want wat was het toch mooi onderweg. En wat was het ook relaxed om af en toe een praatje te maken met mensen die op dat moment in je buurt liepen. Bovendien was het weer uitstekend: was het de dag ervoor nog zonnig en 21 graden geweest tijdens de 15 en 32 kilometer, nu was het bewolkt en 16 graden.

Na iets meer dan 13 kilometer kwamen we bij een punt waar ik naar uit had gekeken: de oversteek van de Gulp. Niet via een bruggetje, maar gewoon door het water. Het was niet diep, en de bodem bestond gelukkig niet uit modder maar uit steentjes, dus de oversteek was eenvoudig. Op filmpjes van eerdere edities had ik al gezien dat het knelpunt daarna pas kwam, als je door de modder op de kant moet. Maar ik koos het goede spoor en zonder gênante duik kon ik mijn weg vervolgen.

Voorbij het 17 kilometerpunt volgde pas de eerste (en enige) verzorgingspost. Mandy en ik stopten ons daar vol met chips en zoute stokjes - dat ging er wel in na de zoete gelletjes. We vulden ons water bij en gingen verder voor de laatste kilometers.
We wisten al dat het parcours stiekem wat langer was dan de officiële afstand, namelijk ongeveer 800 meter. We wandelden de laatste helling op, voordat we bij de afdaling naar de finish zouden komen.
Op dat punt kwam er een loper langszij die stopte en zei dat hij met ons op de foto wilde - onze outfits waren ook bij hem niet onopgemerkt gebleven (we hadden de hele weg al complimenten in ontvangst genomen). Langs de kant stonden zijn supporters en we poseerden gewillig voordat hij er weer vandoor stoof.

De laatste paar honderd meter konden weer in vliegende vaart worden afgelegd en na 3 uur en 14 minuten kwamen we over de streep.
Waar we een heerlijk stuk Limburgse vlaai in ontvangst namen en natuurlijk direct verorberden.
Na nog een Limburgs biertje en wat napraten met Babette, gingen we weer op huis aan.



Bij het bekijken van onze resultaten, ontdekten we dat we niet alleen meer dan 22 kilometer hadden gelopen, maar de beloofde 500 hoogtemeters bleken er ook nog eens 676 te zijn geweest. Het equivalent van 192 trappen!

En nu, twee dagen later, kan ik amper 1 trap op, nauwelijks een stoepje af en zelfs gewoon wandelen is een kunst op zich. Hardlopen is er een paar dagen niet bij.
Maar... wat een geweldige ervaring was het. Eentje die mij heeft gesterkt in mijn voornemen om nog meer de trails op te gaan zoeken.
Daarom staan er voor de rest van het jaar bijna geen wegwedstrijden meer op het programma, maar vrijwel uitsluitend trails. En sta er vooral niet raar van te kijken als er ergens tussendoor nog eentje bijkomt.

Programma voor de rest van 2017, zoals het er op dit moment uit ziet, is dan ook:
20 mei:     De 10 van Katendrecht (wegwedstrijd van de RRC)
10 juni:     Limburgs Mooiste (toertocht op de racefiets van 56 kilometer)
17 juni:     Veluwezoomtrail (25 kilometer)
30 juli:      Dorset Invader Half Marathon (trailrun in de UK)
3 sept:      Wisenttrail (18 kilometer)
1 okt:        Devil's Trail Doorn (10 mijl)
8 okt:        Terschelling Trailrun (25 kilometer)
5 nov:       Alphensebergentrail (12,5 kilometer)
3 dec:       Voorne's Duinentrail (15 kilometer)


Life is better at the trails!

zondag 16 april 2017

Sportrusten 3½ - Marathon Rotterdam 2017


Op het moment dat ik dit schrijf, ligt de marathon van Rotterdam alweer een week achter ons. Een week waarin ik uitgebreid stil heb kunnen staan bij hoe het was, in dat warme Rotterdam.
Tijd om terug te blikken op die dag, die al twee jaar in mijn agenda stond als de dag waarop ik voor het eerst die enige, echte marathon zou gaan lopen.

De aanloop naar die 9 april was al geweldig. In de geweldige facebookgroep RMD 2017 kon ik de hele tijd met gelijkgestemden optrekken naar de grote dag. Twijfels werden gedeeld, spanning werd tastbaar en humor was alom aanwezig. Dat alleen al maakte mijn voorbereidingsperiode naar Rotterdam zoveel specialer dan die van mijn eerste marathon, in Leiden vorig jaar.

Natuurlijk was het weer in die groep een belangrijk gespreksonderwerp, toen het er naar uit zag dat het net die ene dag echt warm zou worden. Omdat ik slecht tegen warmte kan, had ik mij aanvankelijk wel wat zorgen gemaakt. Maar aangezien ik er niets aan zou kunnen veranderen, had ik maar besloten het over me heen te laten komen. Genoeg drinken, goed insmeren, petje op het hoofd en rustig aan doen, dat was het devies.

INKnBURN united - met Inge en Saskia
Via de RMD groep had ik een plekje gereserveerd in de zogenaamde 'Green Room' op 200 meter van het startvak. Daar kon ik me omkleden, mijn tas achterlaten en na afloop een massage krijgen.
Inge, die haar eerste marathon zou lopen, had hetzelfde gedaan, zodat we samen druk en opgewonden konden zijn over wat ons te wachten stond. We gingen met zijn allen nog even op de foto op het dak van het oude station Hofplein en sneller dan gedacht moesten we al richting het startvak, als we Lee tenminste niet wilden missen. En wie wil Lee nu missen als je de marathon in Rotterdam gaat lopen??
Daar gaan we! Op naar het startvak.
Het was nu al warm. Ik voelde druppels over mijn arm lopen en was bang dat mijn drinkzak was gaan lekken. Maar toen ik op mijn rug voelde, was het daar droog. Het waren gewoon zweetdruppels!
Terwijl wij daar druk kletsend stonden te wachten op het startschot, hoorde ik ineens mijn naam. Het was Karlijn, die vlak achter me stond. Wat leuk, ik wist dat ze ook zou lopen vandaag, maar hoe groot is de kans dat je een bekende tegenkomt tussen 17.000 lopers?

Blije eitjes in startwave 5
Daar klonk ineens Lee Towers door de speakers, met zijn traditionele 'You'll never walk alone'. Er werd luid meegezongen en natuurlijk moest ik een traantje wegpinken. Hoe mooi was het om zo meteen die magische 42,195 km te gaan lopen in mijn eigen stad? Daar horen wel een paar traantjes bij en het zouden ook niet de laatste zijn van vandaag.

Nadat Lee zijn laatste noten gezongen had, en het kanon (voor ons in het allerlaatste startvak niet hoorbaar) was afgegaan, duurde het nog even voordat wij naar voren konden schuiven. Ik had met Inge afgesproken dat ik mij zou gaan afsluiten en ik zette mijn iPod op met rustige muziek. Hiermee hoopte ik mijn hartslag enigszins omlaag te kunnen krijgen.
Zodra we richting de start mochten (bijna 40 minuten nadat de eersten de startboog waren gepasseerd) schoot ik nog even een dixi in en merkte vervolgens dat ik zo goed als achteraan liep. Hmmm... ik wilde wel rustig lopen, maar niet de druk voelen van de achterste loper. Ik piepte dus een stukje naar voren en passeerde de tijdmatten. Horloge aan en gaan!

Niet te snel van start, nu. Hoewel ik op hartslag had getraind, wilde ik de eerste 3 kilometer op tempo lopen. Ik weet namelijk dat mijn hartslag bij een evenement snel de hoogte in schiet. In Leiden raakte ik daardoor wat gestrest, en om dat te voorkomen, zou ik pas naar mijn hartslag kijken als ik even onderweg was.
Ik liep lekker ontspannen. Het tempo lag ietsje hoger dan gepland, maar het voelde goed.

De cheerzone van de RRC
Daar kwam het volgende kippenvelmomentje, toen ik de Erasmusbrug op liep. Die brug is voor mij onlosmakelijk verbonden met Rotterdam en ik geniet altijd als ik eroverheen loop. Maar nu was ik op die brug dus bezig mijn droom te verwezenlijken, hoe cool was dat?!?
Ik liep langs mijn werkplek en wist dat ik na de volgende bocht moest gaan uitkijken naar mijn support team (mijn man en mijn moeder, die mij op verschillende plekken langs het parcours zouden opwachten). Net na de cheerzone van de Rotterdam Running Crew stonden ze, en in het voorbijgaan drukte ik volgens afspraak mijn iPod in handen van manlief. Even roepen dat het lekker ging en dat ik ze straks weer zou zien.

Inmiddels was ik de 3 kilometer gepasseerd, maar ik besloot om toch maar op tempo te blijven lopen. Ik voelde wel dat het met dit weer voor mij geen doen was om op lage marathon hartslag te lopen en wist dat ik me daardoor alleen maar zou laten frustreren. Natuurlijk wist ik in mijn achterhoofd wel dat mijn tempo te hoog was, maar ik zou wel zien waar het schip strandde.
Nadat we IJsselmonde indraaiden, hoorde ik ineens mijn naam roepen. Ik keek naar rechts, en daar stond Karin op het talud mij enthousiast aan te moedigen. Blij en verrast riep ik terug en met een glimlach ging ik verder.

Het was nu wel echt warm en ik probeerde wat stukken schaduw op te zoeken. Toch had ik minder
last dan ik van tevoren had verwacht. Na 9 km nam ik mijn eerste gelletje en ik probeerde steeds iets te drinken, precies zoals ik me had voorgenomen.
Ik wist dat Evert Buitendijk op 9,5 kilometer zou staan om foto's te maken. Op de Spinozaweg zorgde ik er dan ook voor dat ik rechts bleef lopen en Evert heeft dan ook mooi vastgelegd hoe goed ik me op dat moment (nog...) voelde.

Al snel draaiden we de straat in waar mijn oude kleuterschool ligt. Maar ik vergat op te letten, omdat mijn aandacht werd getrokken door iets anders. Ik zag een bekend gezicht in een opvallende geel/paarse outfit. Het was 'Nico', althans de acteur die in de theatervoorstelling 'De Marathon' Nico speelt. Hij ging langs het parcours op de foto met een aantal lopers.
En daar zag ik ook 'Gerard', terwijl hij zo te zien werd geïnterviewd. Om niet veel verderop aan mijn kan ook 'Leo' en 'Kees' in dezelfde pakjes te zien lopen. Het ligt niet in mijn aard, maar ik vond het passend bij deze marathon om toch hun namen te roepen. Natuurlijk kreeg ik direct reactie: "Hé, goed bezig!!" op zijn Rotterdams. Achter mij riep iemand nog "Ik heb van jullie genoten!".  Op dat moment liep ik zelf ook volop te genieten.

Nu kwam er een stuk dat ik nog niet kende, behalve uit de verhalen. In 2014, het jaar waarin ik de eerste helft van de marathon liep als business runner, zat het Havenspoorpad nog niet in de route. Een lang recht stuk, waar naar verluid weinig publiek zou staan. Ik wist dat aan het eind daarvan mijn support team op me stond te wachten.
Maar als ik me had verheugd (want dat had ik) op een lekker stil stukje, kwam ik bedrogen uit. Bijna de volledige 3 - 4 kilometer stond er publiek.

14 km - het gaat lekker!
Blij verrast zag ik op het 14 kilometer punt al van ver de rode Sportrusten vlag staan. Die had ik in Leiden node gemist. En ja hoor, toen ik dichterbij kwam, zag ik dat Maarten en Koen er allebei stonden. Ik riep ze, werd aangemoedigd en kreeg een high-five.
Nog geen honderd meter verder stond mijn mams klaar met een gelletje en een flesje water. Ik pakte het dankbaar aan, zei even dat het lekker ging en weg was ik weer.

Om nog geen 2 kilometer verder tot mijn schrik ineens mijn linkerkuit te voelen verkrampen. Oh nee, ik moest nog zo'n eind! En ik had nooit kramp!
Proberen te ontspannen maar, kijken of dat helpt. Dat leek uit te maken, maar vanaf dat moment was het gedaan met het lekkere lopen.

De kramp liet steeds met speldenprikjes van zich horen. Op 17 kilometer besloot ik daarom maar wandelend mijn volgende gelletje te nemen. Op 18 kilometer, vlak bij Ahoy, kreeg ik er een ander probleem bij: een stekende pijn aan mijn teen vertelde mij dat de blaarpleister die ik daar uit voorzorg op had geplakt, zijn werk niet afdoende deed. Dan maar even gaan zitten, schoen uit en een kleine inspectie doen. De pleister zat nog op zijn plek, dus schoen maar weer aan en verder. Blijven ontspannen om te voorkomen dat ik geforceerd zou gaan lopen. Dat lukte redelijk en na een kleine kilometer was de ergste pijn alweer weg.

Rond 22 kilometer, dus net over de helft, kon ik mams en man laten weten dat het inmiddels zwaar
was. De warmte, de krampen... eigenlijk vond ik het al niet meer zo leuk. Na een banaantje en weer een flesje water toch gewoon weer op pad. Vanaf daar was het zoeken naar de juiste manier om de kilometers af te leggen.
Bij de drankposten probeerde ik zoveel mogelijk te koelen, mijn petje nat te maken, evenals mijn zweetbandjes, die ik voor dat doel uit een la had gevist (gelukkig waren ze groen en pasten bij mijn outfit).

Onverwachte aanmoedigingen!
Daar was die mooie Erasmusbrug weer. Hoewel ik nu al wat wandelpauzes had ingelast, wilde ik de brug lopend op. Het viel me mee, al was het tempo natuurlijk een stuk lager dan op de heenweg.
Snel daarna was ik bij het beruchte tunneltje bij de Blaak. Van tevoren had ik al besloten dat ik omhoog zou wandelen, dus dat deed ik. Ik werd ingehaald door iemand die me aanmoedigde om door te gaan - ze had al die tijd achter me gelopen, zei ze.
Dat was voldoende om weer even te gaan rennen.
Ineens hoorde ik weer mijn naam roepen. Nu wordt je naam door het publiek vaker geroepen, maar je leert toch onderscheid maken als het iemand is die jou kent. Het was Wendy, en wat was ik blij dat ze daar stond.

Toch had zich op dat moment al half in mijn hoofd een gedachte genesteld: dit was gekkenwerk! Het was te warm, dit ging ik niet trekken, ik moest nog zo'n eind en wie bedenkt nu dat het leuk is om en marathon te gaan rennen? Kortom, ik moest maar zo verstandig zijn om te stoppen. En om nooit meer zo'n dwaze uitdaging aan te gaan.
Om de volgende bocht stond mijn support team weer en ik zou het aan ze vertellen dat ik overwoog om uit te stappen.

Zo gezegd, zo gedaan. Maar zodra het hoge woord eruit was, zag ik in hun gezichten mijn eigen teleurstelling weerspiegeld. Natuurlijk zou ik altijd spijt hebben als ik het niet had geprobeerd. Al moest ik de rest wandelen, ik zou doorgaan! Dat deed ik dus.
De drukke Boezemstraat was op de heen weg geen genoegen voor mij. Het was er druk en lawaaiig. Weer moest ik even wandelen omdat mijn kuit begon dwars te liggen.
Ik keek nog even uit naar Fien, die hier zou staan, maar ze stond er niet. Waarschijnlijk al naar huis. Gelukkig stond Thecla daar, de moeder van Karlijn, die mij nog even een hart onder de riem kon steken.
Nu even doorbijten, al snel kwam het Kralingse Bos - door velen vervloekt, maar ik keek uit naar de rust.

Na weer even een soort van gerend te hebben, wandelde ik het bos in. De rust was inderdaad fijn. Er kwam iemand naast me wandelen en we raakten aan de praat. Dit was haar eerste marathon en ze was vastbesloten hem uit te lopen, ook al was ze 3 weken ziek geweest en had iedereen haar afgeraden om van start te gaan. Ze reageerde op een piep op haar horloge en constateerde dat we op 4 uur zaten. Dat viel haar mee, nu zou ze het zeker halen. Ik keek op mijn eigen horloge en besefte dat ik al die tijd niet op het display had gekeken. Ik was alleen maar gericht op de volgende stap, de volgende meter. Wat kon mij schelen wat dat horloge mij te vertellen had? Maar ook bij mij stond er dat ik precies 4 uur had gelopen. Haar positiviteit was aanstekelijk en ik besloot weer aan te zetten.

Om na 1 stap niet meer verder te kunnen. Mijn kuit zat nu echt vast en ik kon geen kant op. Ik raakte niet in paniek, zocht de dichtstbijzijnde lantaarnpaal en rekte. Dat hielp en ik kon mijn weg toch weer vervolgen. Ik haalde Karlijn in, die aan het wandelen was, vergezeld door haar vader. Ze had het ook zwaar en dat sterkte mij. We deden een stukje aan stuivertje wisselen, maar nadat ze me later had ingehaald, zou ik haar pas na de finish weer zien.

In het bos stond nog een post van de RMD. Daar was mijn eigen flesje sportdrank en mijn banaan, die in de Green Room had afgegeven en die ik dankbaar in ontvangst nam.

Nu kwam het 35 kilometer punt. Ik wist dat daar de Hardloopsupporter stond, een groot scherm waarop videoboodschappen vertoond werden die waren gemaakt door familie en vrienden. Van tevoren hadden Inge en ik al het vermoeden uitgesproken dat Lisette wel een filmpje zou hebben gemaakt en ja hoor, ik ging over de mat die mijn chip registreerde en daar was Lisette in beeld. Wat was ik blij haar te zien, al was het op een scherm. Juichend stak ik mijn armen in de lucht.
Maar het was nog niet gedaan, want er bleken maar liefst 4 schermen te staan. En op het tweede scherm verscheen, geheel onverwacht, Mandy. En op het derde scherm mijn eigen mannetje! Wow, drie filmpjes, op een punt waar het zwaarder dan zwaar is.

Alsof dat nog niet genoeg was, stond daar ineens Karen, die mij toeriep. Daarna was het Liesbeth, die er stond en mij aanmoedigde. Met een brede glimlach liep ik dan ook op manlief af, die daar even verderop stond. Weg was het gevoel dat ik het niet zou halen, ik ging dit gewoon doen. Niet nadenken, de ene voet voor de andere blijven zetten, dan kwam die finish uiteindelijk wel in zicht.

38 kilometer - het frisse is er af...
Al sinds het halve marathon punt liep ik in de buurt bij Jacqueline. Wij wisselden elkaar steeds af met
wandelen en rennen en wisselden een enkel woord in het voorbijgaan. Het was prettig om een vast punt te hebben en tot de finish liepen wij die laatste kilometers min of meer gezamenlijk op ons doel af.

Gelukkig wist ik dat er nog ondersteuning lang de kant stond. Babette had laten weten zich rond de 37 kilometer op te houden en ik keek halsreikend naar haar uit. Ja hoor, daar kwam ze me al tegemoet. Een omhelzing, een foto, even zeggen dat ik het zo zwaar had en verder maar weer. Zo lief dat ze had gewacht tot ik voorbij was, zeker omdat ze zelf de kwart marathon had gelopen.

Het duurde langer dan verwacht voordat ik eindelijk voor de tweede keer de Boezemstraat kon indraaien, en nu was de drukte meer dan welkom. Wat een onthaal!! Het leek wel of iedereen mijn naam riep en me aanmoedigde. Ik zag gebalde vuisten, gaf high-fives en stak mijn duim een aantal malen op. Hier kreeg je vleugels, zelfs als je door je laatste reserves heen zat!
Bovendien staat ineens Fien toch aan de zijkant! Hoe leuk als je dat niet meer verwacht en ik zwaai blij naar haar.

Een feestje!
Vanaf hier kijk ik uit naar het moment dat ik de bocht omga en de Mariniersweg oploop. Ik weet dat daar niet alleen mijn supportteam staat dat mij vanaf de start al heeft gesteund, maar ook mijn zoons, die speciaal voor dit moment naar Rotterdam zijn gekomen.
Eerst loop ik echter nog door de cheerzone van de Running Rebels Rotterdam. Wow, wat een feestje is dat! De confetti is allang afgeschoten, maar dat weerhoudt de Rebels er niet van om gewoon handen vol van de grond te rapen en over de lopers uit te storten. Onder luid geroep en opnieuw high-fives kom ik lachend en blij uit de zone.

Ik heb dan mijn rugzak al losgemaakt, omdat ik heb afgesproken dat ik die zo meteen ga afgeven, zodat ik verlost van dat juk over de finish kan. Detail: het staat ook nog eens beter op de finish foto's...
Eindelijk die rugzak af!


Daar staan ze, mijn lieve supporters! Ik stop nog even om te vertellen dat het heus, echt, heel echt, heel zwaar is, maar dat ik het nu ga halen en letterlijk en figuurlijk verlicht ga ik rennend de laatst 1,5 kilometer in. Nu wordt er niet meer gewandeld!

Onverwacht gezelschap! 
Zodra ik de Blaak weer opdraai, weet ik weer hoe het voelt als je de Coolsingel binnen handbereik hebt. Van de 5 eerdere keren dat ik in Rotterdam heb gelopen, ben ik 4 keer op deze manier gefinisht. Ik weet dus dat het langer is dan het lijkt. En gek genoeg valt het door die wetenschap juist mee. Of komt dat doordat er ineens een bekend gezicht naast me loopt?
Daar is Babette weer! Wat gaaf, ze loopt een eindje met me op en grapt dat ze nu op mijn foto's staat als we een officiële fotograaf passeren. Dan neemt ze afscheid en dankbaar vervolg ik mijn weg.

Maar opnieuw hoor ik mijn naam. Ik kijk naar links, en zie Jeroen op de grond, met zijn camera in de
hand. Ik was helemaal vergeten te kijken of hij erbij zou zijn vandaag, maar ik had het natuurlijk kunnen weten. Opgetogen zwaai ik naar hem en steek mijn duimen omhoog om aan te geven dat het goed gaat.
Want dat gaat het inmiddels weer, goed.

Geen idee van mijn tijd, maar dat kan me helemaal niks schelen. Ik ga gewoon die f*cking marathon uitlopen! Die mooiste marathon van allemaal, dat kan ik nu beamen. Want hoe zwaar ik het ook heb gehad, wat is dit een geweldige dag geweest! Ik had dit voor geen goud ter wereld willen missen.
Niet dat de vermoeidheid op dit moment weg is, maar de euforie overstemt alle uitputting die ik gevoeld heb.

Daar is ie dan, de Coolsingel. Ik geniet heel bewust van de lange weg naar de finishboog en neem alles in me op. Het enthousiaste publiek blijft maar aanmoedigen, ook al loop ik in de achterhoede en zijn al vele lopers voor mij die eindstreep gepasseerd. Natuurlijk staan er tranen in mijn ogen vanwege de grootsheid van dit moment.
Op het laatst gooi ik mijn armen in de lucht en ja hoor, ik heb het geflikt! Mijn tijd is geen toptijd, natuurlijk niet. Hoewel ik toch een PR heb neergezet door ruim 2 minuten sneller te zijn dan in Leiden.
Na afloop blijkt dat Karlijn een aantal seconden sneller is geweest dan ik. Inge heeft het geweldig gedaan bij haar eerste marathon en heeft totaal geen last gehad van de omstandigheden. Veel mensen hebben het zwaar gehad, een enkeling heeft een (dik) PR gelopen.

Deze marathon, mijn tweede, is totaal anders gelopen dan ik had gepland. Ik ben te snel gestart, heb niet op mijn hartslag gelet (die achteraf véél te hoog blijkt te zijn geweest - ja duh!), ben bij mijn support team gestopt terwijl ik na vorig jaar heb gezegd dat niet meer te zullen doen, heb gewandeld terwijl ik dat niet wilde en heb achteraf bezien tóch nog te weinig gedronken.

Maar na de eerste teleurstelling (ja, toch wel) begon in de afgelopen week steeds meer het gevoel van trots te overheersen. Veel mensen zijn voortijdig uitgestapt (meer dan vorig jaar) en vanwege het warme weer heeft het merendeel zijn doel niet gehaald. Het was de op een na warmste marathon ooit, en de warmste is destijds halverwege gestaakt, dus dat plaatst alles wel in perspectief.

Weet je nog dat ik me onderweg voornam om geen marathons meer te lopen? Yeah, right. Volgend jaar Rotterdam zit er niet in, omdat ik dan met manlief samen de Caubergtrail wil gaan lopen, die in hetzelfde weekend valt. Dus wordt het een najaarsmarathon. Eindhoven. Kan ik gelijk kijken of het me dan wel lukt om onder die 5 uur te duiken.
En in 2019 staat Rotterdam weer op de planning. Jawel, ik ben een marathonloper.
Die medaille kan niet vaak genoeg geshowd worden

zaterdag 8 april 2017

Sportrusten 3½ - De Vooravond

Ineens is het zover: dan hoef je nog maar één nachtje te slapen voor de grote dag. Alle trainingen zitten er op. De tas staat ingepakt, de instructies voor het support team zijn gegeven en het startnummer is opgehaald.

Aan de voorbereidingen zal het niet liggen. Ik heb in de afgelopen 99 dagen ruim 480 kilometer hardgelopen en van de 55 trainingen heb ik er slechts eentje over hoeven slaan. Ik liep 2 wedstrijden (Delftse Houtloop en de 10 km bij de CPC) en 1 PR en ik deed ook nog mee aan 2 trailruns. de Meerdaalwoudtrail en de Ooievaarstrail.
Ik heb zelfs een paar intervaltrainingen gedaan, het moet niet gekker worden.
Met het slapen is het in de afgelopen vijf weken gelukkig ietsje beter gegaan. Ik voel me nu dan ook wat fitter dan de vorige keer dat ik op deze plaats van mij liet horen.

Al met al kan ik wel zeggen dat ik er klaar voor ben. Meer nog dan vorig
jaar heb ik het gevoel dat ik het aan kan. Ik ben ook niet zenuwachtig, hooguit kriebelt het af en toe. Het feit dat ik al een keer heb ervaren wat het is om dat 'pleuris eind' te lopen, scheelt ook. Al zal Rotterdam totaal anders zijn dan Leiden: ander parcours, meer publiek en zeker meer lopers. Als het gaat om de drukte, vraag ik me wel af of ik daar onderweg niet enorm last van ga krijgen. Ik herinner me een Dam tot Damloop waarbij ik een paniekaanval kreeg vanwege alle prikkels die ik kreeg van de massa mensen langs de kant. Maar goed, toen zat ik beduidend minder goed in mijn vel en 'Rotterdam' wil ik al zó lang lopen, dat ik verwacht dat het mee zal vallen. Al kijk ik stiekem wel een beetje uit naar de paar rustige stukken, zoals het Kralingse Bos. Ik kijk ook enorm uit naar alle bekenden die ik - hopelijk - langs de kant ga zien staan, dan wel als loper ga tegenkomen. Het voordeel van in je eigen stad lopen.

In de voorbereiding heb ik veel gehad aan de facebookgroep van Rotterdam Marathon deelnemers. Hoe fijn was het om ervaringen uit te wisselen, dingen te kunnen relativeren en contact te hebben met andere Sportrusters. Ik kijk er naar uit om een aantal van die mensen morgen in het echt te ontmoeten.

Wat ga ik anders doen dan vorig jaar? Althans, wat ga ik anders proberen te doen dan vorig jaar?
Ik ga van tevoren de rust pakken, zodat mijn hartslag niet vóór het zingen van Lee al tot grote hoogte stijgt. Ik heb op mijn iPod rustgevende muziek gezet, die ik in het startvak ga beluisteren. Even afsluiten van de hectiek.
Vervolgens, als ik dan eindelijk (40 minuten nadat Lee zijn laatste noten ten gehore heeft gebracht - ik ben ingedeeld in het laatste startvak) van start mag, hoop ik dat ik het voor elkaar krijg om langzamer te starten dan de rest. Zodat ik mezelf niet in het begin al opblaas en nog over heb voor de vele kilometers die nog gaan komen. Dit wordt de grootste uitdaging morgen.

Ook op mijn vocht- en voedselinname onderweg ga ik beter letten. Meer drinken en deze keer wél een gelletje nemen als ik bij 30 kilometer ben. Wat dat drinken betreft: ik ga deze keer wél mijn van tevoren klaargemaakte flesjes sportdrank meenemen en ze niet op het aanrecht laten staan...

En dan een cliché van de bovenste plank: ik ga zoveel mogelijk genieten en alles gewoon over me heen laten komen.

Is er dan niets waar ik tegenop zie? Jawel, ik kan niet goed tegen warmte, dus ik zit er zeker niet op te wachten dat het ineens 20 graden lijkt te worden. Het is zelfs de vraag of ik wel onder de door mij zo belangrijke grens van 5 uur ga finishen in deze omstandigheden.
Maar wat kan ik er tegen doen? Niets, nada, noppes. Ik zal er mee moeten dealen, net als al die andere duizenden lopers, van wie er maar een klein deel echt blij zal zijn met dit weer.

Ik ga het zien en ondergaan. Morgenavond weet ik het: zal ik dan kunnen zeggen dat ik marathons heb gelopen?






zondag 5 maart 2017

Sportrusten 3½ - Twijfel met een grote T

Een maand na mijn vorige update, en er is wel het een en ander veranderd. Niet ten goede, helaas.

Niet meer dan een paar dagen na de zo goed gelopen Meerdaalwoudtrail eind januari is de ellende begonnen. Schreef ik toen nog dat het beter ging met mijn nachtrust, inmiddels is het beeld weer in no time 180 graden gedraaid. Ik slaap slechter dan ooit en lig iedere nacht wakker.

Oorzaak? De overgang. Opvliegers halen en houden mij uit mijn slaap. Daarnaast ben ik uitgeblust en zelfs bij tijd en wijle depressief. Onrust heeft bezit genomen van mijn lijf en mijn hoofd.
Wie zei dat het leven bij 40 begint, heeft er niet bij verteld dat het net na je 50e alweer bergafwaarts kan gaan.

En wat betekent dat nu voor het hardlopen (want daarover gaat dit blog tenslotte)? Gek genoeg niet zoveel als ik zou verwachten. In eerste instantie dan. Want mijn trainingen gingen boven verwachting goed. Mijn tempo begon omhoog te kruipen bij dezelfde lage marathon hartslag. Progressie dus.
PR in Delft!
Twee weken geleden liep ik, geheel volgens mijn Sportrusten schema, een 10 kilometer voluit. Dat deed ik bij de Delftse Houtloop en dat/ik liep zó lekker en goed, dat er aan de finish een PR uitrolde. Omdat ik meer dan een minuut sneller was dan mijn vorige snelste tijd, betekende dit ook dat mijn schema werd aangepast en dat ik voortaan op iets (1 beat per minuut) hogere hartslag mijn trainingen kon gaan doen.

Maar de boog kon uiteraard niet voortdurend gespannen blijven, en ik merk nu dan ook dat het steeds moeizamer wordt. In mijn dagelijks functioneren, en dus ook bij het hardlopen. Hoewel er nog steeds trainingen tussen zitten die verrassend goed verlopen, kosten de duurlopen mij meer en meer moeite en kruipt het tempo weer in de tegenovergestelde richting, omhoog dus. Zeer tegen mijn zin, omdat ik toch als doel heb om deze marathon wél onder de 5 uur te lopen.

Best een eind, 42,195 km!
Nu laat ik het er nooit zomaar bij zitten, dus via mijn orthomoleculair arts heb ik sinds twee weken progesteroncrème die ik dagelijks trouw smeer. Maar effect, ho maar. Nu ben ik, zoals de kop van dit blog al suggereert, in de fase gekomen dat de twijfel zijn intrede heeft gedaan.

De eerste gedachte die door mijn hoofd schiet als ik weer op een onmogelijk nachtelijk uur naar het
raam lig te staren, is "gaat het mij wel lukken om straks 5 uur lang hard te lopen?". Waarbij de twijfel niet alleen (maar wel hoofdzakelijk) betrekking heeft op het fysieke gedeelte. Want ik vraag me ook af of ik het wel trek om al die prikkels te verwerken. Zo veel lopers om mij heen, publiek langs de hele route. Nee, die gedachten zijn evenmin bevorderlijk voor mijn nachtrust, vertel mij wat. Maar de uit-knop heb ik nog niet kunnen vinden.

Al piekerend en twijfelend sla ik me op dit moment door mijn trainingsschema heen. Dat klinkt misschien zwaarder dan het is. Maar met uitzondering van die ene training toen mijn voet dwars lag, heb ik alle trainingen volbracht. Het lopen heeft namelijk ook een heilzame werking: het zorgt ervoor dat die onrust uit hoofd en lijf - zij het tijdelijk - weer even wordt verdreven. Daar heb ik dan wel de nodige kilometers voor nodig, dus de langere duurlopen werken daarvoor het best. En na afloop ben ik nog steeds iedere keer blij dat ik ben gegaan. Om vervolgens bij de terugkerende onrust weer mijn Hoka's te willen aantrekken voor nóg een rondje. Maar dat doe ik niet, omdat dit het principe van het Sportrusten zou dwarsbomen: voldoende tijd voor herstel nemen.

Hoe snel kan ik volgende week lopen?
De zoektocht naar de juiste remedie zet ik in de tussentijd onverminderd voort. Ik ben nu mijn voeding nog eens extra goed onder de loep aan het nemen. Verder blijf ik vooralsnog vasthouden aan mijn doel - als dat weg zou vallen, zou ik datgene kwijtraken waar ik in deze moeilijke periode nog enige houvast aan heb. Volgende week ga ik dan ook nog maar een keer (laatste keer in dit schema) proberen een hele snelle 10 kilometer te lopen, bij de CPC in Den Haag. Ik heb geen verwachting, weet dat ik mijn PR niet nogmaals ga verbeteren. Maar wat zou ik al blij zijn als ik fris aan de start zou staan.

Het is niet veel, vijf weken. Zo kort duurt het nog voordat het 9 april is. Als de tank zo leeg blijft, wordt het een mission impossible. Maar ik heb nog steeds de hoop dat er in die korte tijd weer een kentering kan optreden. Mij krijgen ze er niet zo heel snel onder, die hormonen. Luctor et emergo, zullen we maar zeggen.

zondag 12 februari 2017

Sportrusten 3½ - Voet (bij) stuk

Alweer bijna halverwege... Ik zit nu op dag 43 van de 100 dagen die mij moeten brengen naar mijn tweede marathon. En die 43 dagen zijn niet allemaal even goed verlopen, helaas.

Bos bij Beekbergen - Run Yoga Recharge
Het begon voorspoedig, dit trainingsschema. Bijna fluitend deed ik alle trainingen. Tussendoor had ik
nog een heerlijk Run Yoga Recharge weekend, waarin ik mijn kilometers in een prachtig besneeuwd bos volbracht. Maar daarna begon de ellende.

Mijn voet ging pijn doen. Zoveel pijn dat ik die niet meer kon negeren. Gewone schoenen kon ik niet meer aan, dus ik ging op hardloopschoenen naar mijn werk. De eerste trainingen liep ik nog (vraag me niet hoe), maar toen de pijn te erg werd, sloeg ik toch maar een training over. Gelukkig was daar weer mijn redder in nood: de acupuncturist/fysiotherapeut/niet in een hokje te stoppen behandelaar. Hij zag meteen waar de schoen wrong: in mijn kaak!

Huh?? Omdat mijn kaak enorm vast bleek te zitten, had dat via de keten die onze lichamen nu eenmaal zijn, zijn weerslag gekregen in een zwakke plek: mijn voet. Na wat hersengekraak kwam ik samen met hem uiteindelijk ook bij de waarschijnlijke oorzaak: een yoga oefening.
In het genoemde - verder uiterst relaxte - weekend had ik een voor mij totaal nieuwe oefening gedaan, waarbij mijn nek en zijkant van mijn gezicht in een te geforceerde houding kwamen te liggen. Gevolg: kaak (en nek) op slot. Niet meer doen dus.

Heel voorzichtig vroeg ik aan het eind van de - uiterst pijnlijke - behandeling wat dit betekende voor het hardlopen. Opluchting alom (zijn woorden: "want als Myra niet meer kan lopen...") toen ik te horen kreeg dat ik dit gewoon weer kon gaan doen.
En dus kon de Meerdaalwoudtrail, die het weekend daarop op het programma stond, gewoon doorgang vinden.

Helemaal uitgelijnd stond ik dus aan de start in het Belgische Bierbeek. Klaar voor mijn 9 km. Ik had ervoor gekozen om mijn eerste 10 km 'voluit', die ik één keer per 3 weken moet lopen, op de trails te doen. Het is de bedoeling dat je je suikervoorraden helemaal leeg trekt door op hogere hartslag te lopen dan bij je marathon. Tevens is zo'n snelle loop een prikkel waardoor je jezelf kunt verbeteren. Aangezien je bij een trail als deze, met de nodige hoogtemeters, al snel je hartslag omhoog krijgt, leek me dit een goeie invulling. Een beetje van Sportrusten, een beetje van mezelf.

Wat ging het lekker!!
En wat ging het lekker!! Doordat ik nergens op hoefde te letten, kon ik simpelweg volle bak. En dat hield ik makkelijk vol. Onderweg liep ik me voortdurend te verbazen dat het zo lekker ging en zo soepel aanvoelde. Slechts één heuvel (een venijnig hoge aan het einde van de rit) heb ik hoeven wandelen en binnen het uur kwam ik breed lachend over de streep. Met mijn snelste tempo op de trails ooit achter mijn naam.

De trainingen die volgden waren over het algemeen succesvol. Langzaamaan meen ik enige progressie te bespeuren. In vergelijking met vorig jaar zie ik voornamelijk dingen die beter gaan. Doordat ik nu niet meer zo'n dramatisch slechte nachtrust heb, gaat alles gemakkelijker. Mijn core oefeningen werpen hun vruchten af in een duidelijk betere loophouding. Ik voel dat mijn benen sterker zijn geworden, mede als gevolg van de trails die ik heb gelopen. Allemaal pluspuntjes.

Of het alleen maar over rozen gaat? Was het maar zo'n feest... Zowel de voet als de achillespees/ kuit en knie blijven zorgenkindjes. Ik verzorg ze goed, door mijn oefeningen te doen, geregeld langs mijn therapeut te gaan en massages te nemen. Maar pijnvrij loop ik nooit. Dat is geen ramp, een marathon kun je volgens mij niet lopen zonder dat het pijn doet. Het belangrijkste is dat ik heel blijf. En daar ga ik alles op inzetten de komende 8 (hoe weinig is dat!) weken.