dinsdag 13 oktober 2015

20 Kilomètres de Paris d.d. 11 oktober 2015

Ik had de strubbelingen in de laatste week vóór 'Parijs' overleefd, dus nu kon er niets meer in de weg staan. Toch?
Toch.

Het begon al toen wij - ruimschoots op tijd - op Rotterdam CS aankwamen. Er was een storing in de tunnel bij Barendrecht. Er reed geen enkele trein die kant op, dus ook niet onze Thalys.
Lang was onduidelijk wat de vertraging zou zijn, tot de Thalys ineens van de borden verdween en wij een sms-alert ontvingen: verwachte vertraging 120 minuten (!).

Gelukkig bleek deze inschatting wat overdreven en al snel hoorden we dat de vertraging 'slechts' 50 minuten zou zijn.
Een klein uur later dan gepland, arriveerden wij dan ook op Gare du Nord, vanwaar wij al snel bij appartement nr. 1 aankwamen. Een fijn appartement, dat we gelukkig op het laatste moment nog hadden gevonden voor de ene extra nacht die wij door de Belgische stakingen op vrijdag in de schoot geworpen hadden gekregen.

De volgende dag togen we naar appartement nr. 2, waar we de resterende 3 nachten zouden doorbrengen. Het was geen liefde op het eerste gezicht, sterker nog: het werd helemaal geen liefde tussen ons en dit appartement. Het was somber en vooral het slapen was er geen feest. Het matras was te hard en iedere nacht werden wij geplaagd door militant zoemende muggen. Die van geen wijken wisten, ook niet nadat ik mij helemaal had gedrenkt in anti-muggen spul.

Maar goed, lopen zouden we, en lopen deden we. Op zondagochtend vroeg wandelden we (wat een luxe!) van ons appartement naar de start aan de voet van de Eiffeltoren. Op het laatste moment had ik nog besloten om een shirt aan te doen in plaats van een hemdje (het was behoorlijk fris), waardoor mijn nagellak niet meer bij mijn outfit paste. Oh, help. Weer een slecht voorteken. Net als de pijnlijke rug en dito bil- en heupspieren die het matras mij had bezorgd. Tot overmaat van ramp kreeg ik ineens ook ineens pijn in mijn rechtervoet en kon ik niet ontspannen wandelen.

Bij het sportcomplex gaven wij onze tassen af bij het bagagedepot en wurmden ons in de rij voor het startvak. De controle was streng, iedereen moest zijn startnummer goed laten zien en als je er met de verkeerde kleur stond, werd je onverbiddelijk naar je eigen startvak verwezen. Eenmaal binnen moesten wij nog lang wachten voordat we in beweging  kwamen. De koude wind deed onze toch al getergde spieren geen goed. Gelukkig hadden we eraan gedacht om over onze hardloopkleding een oud shirt aan te trekken, dat we zouden weggooien als we gingen lopen.

Toch was ik aan het genieten. De wetenschap dat ik eindelijk hier stond, terwijl ik deze loop al een aantal jaar op mijn to-do list had staan, maakte dat ik er heel veel zin in had. Ik dacht niet aan hoe dat zou zijn om ineens twee keer zo ver te lopen als de langste duurloop in mijn training. Natuurlijk maakte het uit dat ik al vier keer een halve marathon had gelopen, zodat ik in elk geval wist wat ik kon verwachten.
Daarbij voelde ik me conditioneel goed. De afgelopen 99 dagen met het Sportrusten schema hadden me sterker gemaakt, dat voelde ik duidelijk. Ik keek nog een keer naar de Eiffeltoren schuin voor me en realiseerde me dat het straks eindelijk ging gebeuren!

Eindelijk kwam dan de meute in beweging. We liepen langs de Eiffeltoren, linksaf de Pont d'Iena over. Na de brug lag de startboog. Op de brug zelf overal plassende mannen langs de kant. Verdorie, ik moest ook! Maar helaas ben ik geen man en had ik ook geen plastuit op zak (niet dat ik die ooit op zak heb). Maar toen ik ineens een vrouw zag zitten die ook op die brug haar blaas aan het legen was, was mijn besluit snel gemaakt: wat kon mij het schelen, ik wilde lekker lopen! Dus ben ik ook door de hurken gegaan en heb haar voorbeeld gevolgd. Dat luchtte op. Die 20 kilometer konden wat mij betreft beginnen.

En het begon direct goed: meteen na de start ging het parcours omhoog. Stevig omhoog. Nu ben ik niet bang van een beetje heuvel, maar mijn stijve en inmiddels ook koude spieren moesten flink hun best doen. Dat was te voelen. Er was niet veel soepelheid te bekennen in de manier waarop ik liep. Toch kon ik alleen maar blij zijn. Met een grote glimlach ging ik de helling te lijf en die glimlach heb ik tot ver na de finish niet meer afgedaan.

Hardlopen in Parijs was geweldig! Na de eerste, langzame kilometer ging het tempo omhoog. Tegelijkertijd bleek ik in staat om nog gewoon een gesprek te kunnen voeren met manlief, die de eerste kilometers bij me bleef. We  hadden afgesproken dat hij bij elke drankpost, dus om de 5 kilometer, even op mij zou wachten, om daarna weer in zijn eigen tempo verder te lopen. We zouden gezamenlijk over de finish gaan.

De eerste post kwam en ik was aangenaam verrast door de verscheidenheid aan versnaperingen waaruit je kon kiezen. De bananen waren helaas op (dat heb je als je in het een-na-laatste startvak start), maar er lagen nog voldoende stukken sinaasappel, gedroogde abrikozen en vijgen, rozijnen en suikerklontjes. Ik nam een flesje water en een gedroogde vijg - heerlijk even brandstof bijtanken.
Na deze korte stop liepen we weer verder. Soms haalde ik mijn wederhelft weer bij en dan ging het gesprek verder. Ik kwam nooit adem te kort, mijn hartslag bleef keurig binnen de perken en ik bleef me maar fit voelen. Conditioneel gezien dan.
Mijn spieren daarentegen protesteerden luid, maar ik wilde er niet teveel aandacht aan schenken. Ze deden maar die spieren, ik liep hier lekker in Parijs te rennen en liet dat niet verpesten door een stel schreeuwlelijken.

Toen kwam het moment waarop ik me toch realiseerde dat ik een grens overging: het 10 kilometer punt. De laatste keer dat ik verder had gelopen, was eind mei geweest (een kleine 14 kilometer tijdens de estafetteloop Den Helder - Maastricht). En het was zelfs 8 maanden geleden dat ik voor het laatst een halve marathon had gelopen. Maar ook na het passeren van dit punt voelde ik me nog super fit.

Alleen die spieren... Gaandeweg begon ik ook mijn knie te voelen. Het was alsof het bouwwerk langzaam aan het kraken was, terwijl de motor nog vrolijk verder zoefde.
Ik bleek niet de enige te zijn die kampte met deze problemen: na ongeveer 12 kilometer, toen we het Bois de Boulogne uit waren en langs de Seine richting de Eiffeltoren liepen, haalde ik mijn man opnieuw in. Hij gaf aan dat hij last had gekregen van zijn hamstring en dat hij niet snel meer kon lopen. Ik ging hem dus voorbij - een nieuwe ervaring, omdat hij altijd sneller is dan ik.

Na de verzorgingspost op 15 kilometer wachtte ik hem op en ik zag al aan zijn gezicht dat het er niet beter op was geworden in de tussentijd. Maar op mijn vraag of hij de race wel kon uitlopen, was hij overduidelijk: dat ging ie gewoon doen. Ik moest maar vooruit gaan en op 19 kilometer op hem wachten. Als het te lang duurde, zou ik alleen verder gaan en hem pas na de finish weer treffen.

Door al die tussenstops in combinatie met die toch al stijve spieren, ging het lopen steeds iets stroever. Bovendien waren we veel tijd verloren doordat we een paar keer hadden stilgestaan.  De tijd die ik voor ogen had gehad, finishen onder de 2 uur, ging niet meer lukken. Jammer.
Misschien was het nog gelukt als ik in mijn eentje was doorgelopen, maar omdat mijn wederhelft hetzelfde voor mij zou hebben gedaan, zou ik een kilometer voor de finish ook op hem wachten.

De kilometers die volgden, werden wel wat zwaarder. Veel tunneltjes (au, mijn benen) en wat duurde het nog lang voordat we de Seine weer overgingen en we aan het laatste stuk terug naar de Eiffeltoren zouden beginnen. Het publiek ondertussen was onvermoeibaar enthousiast. Meerdere keren kreeg ik 'Allez Myra!' te horen, en zelfs een keer 'Quel bel t-shirt!'

Eindelijk, ter hoogte van het Louvre, gingen we de rivier weer over. De laatste kilometers waren aangebroken. Zoals afgesproken, stopte ik op 19 kilometer en na een korte tijd wachten haakte manlief weer aan en samen liepen we richting de finish.

Na afloop wisten we beiden niet hoe snel we moesten rekken: rug, benen, alle spieren werden even flink op lengte gebracht. Wat vervolgens overheerste, was een voldaan gevoel. We hadden allebei genoten, ondanks dat het niet vanzelf was gegaan. Wat een geweldige ervaring, die we voor geen goud hadden willen missen! Een ervaring waarop ik nog lang kan teren. Het smaakt echt naar méér.

En dat méér komt er ook. Over een half jaar zitten we, als alles goed gaat, in Berlijn voor onze volgende halve marathon.
Nu dus maar hopen dat we daar een beter bed zullen treffen...








Geen opmerkingen:

Een reactie posten