Hoewel ik pas het afgelopen voorjaar voor
het eerst een 10 kilometer heb gelopen en nog maar net mijn
Zevenheuvelenavontuur achter de rug heb, vond ik het toch alweer tijd voor een nieuwe uitdaging.
Dus heb ik, na wat heen-en-weer-geargumenteer met mezelf, toch maar het onzalige plan opgevat
om het komend jaar een halve marathon aan mijn erelijst toe te gaan voegen. En dat moest dan ook maar meteen.
Om goed beslagen ten ijs te komen,
wendde ik mij tot het wereldwijde web om daar een schema vandaan te plukken.
Niet zomaar een standaard huis- tuin- en keukenschema, zoals ik gebruikte voor mijn 15 kilometer, maar een dat rekening
houdt met een aantal variabelen zoals leeftijd, gelopen tijden e.d.
En dat heb ik gevonden!
Dit schema heeft alles waar ik blij
van word: verschillende fases in de trainingsopbouw, aangegeven door
verschillende kleuren, herinneringen voor trainingen per email, een voorspelde
eindtijd aan de hand van mijn snelste 10 kilometer tijd, de mogelijkheid om je
gelopen tijden en afstanden in het schema op te nemen, noem het maar op.
Alleen… toen ik de gemiddelde tempo’s zag
die ik de komende weken zou moeten aanhouden schoten mijn wenkbrauwen spontaan
in een frons. Ik keek nog een keer goed of ik het allemaal wel goed had
ingevuld, maar het klopte. Ik had écht gekozen voor een gemiddeld zwaar schema,
mijn leeftijd was juist en de geschatte uiteindelijke eindtijd voor de halve
marathon leek mij heel reëel.
Ter verduidelijking: in de eerste
week moet ik starten met de ‘voorbereidende training’ en dat doe ik blijkbaar
door in een uitzonderlijk traag tempo te lopen. Dat tempo heeft de naam ‘joggen’ gekregen.
Nu behoor ik niet tot de snelste
lopers - sterker nog, als er sprake is van startvakken, start ik steevast in
het laatste vak - maar een tempo van 8:26 per kilometer, twee hele minuten
boven mijn normaal gemiddelde tempo, leek zelfs mij ondoenlijk.
Maar goed, onder het mom van ‘wie is
hier nu de expert’ (niet ik) besloot ik het gewoon maar te gaan proberen.
Ik heb er nu twee trainingen 'joggen' op
zitten en ik kan alleen maar bevestigen dat mijn aanname klopt – het ís
ondoenlijk. Voor mij dan in elk geval.
Je zou zeggen dat langzaam lopen
minder moeite kost, maar dat blijkt een misvatting. Zelfs met de grootst
mogelijke moeite kreeg ik mezelf niet in het gewenste tempo.
Op momenten dat ik dacht nu toch echt
bijna stil te staan, gaf mijn horloge aan dat ik me toch nog voortbewoog met
een pace van 6:35. Na nog veel harder mijn best doen, lukte het me uiteindelijk
om uit te komen op 7:17, maar dat hield ik niet langer dan een kilometer vol.
Toch ben ik heel tevreden met deze
slakkengang. Het is net of ik nu al voel dat er een stevig fundament gebouwd
gaat worden door het op deze gefaseerde manier aan te pakken. Bovendien leek
het onderweg of ik door het langzamere lopen meer in een soort trance kwam.
Geholpen door het prachtige winterzonnetje en de mooie polder vergezichten, had
ik nog meer tijd dan anders om te genieten van mijn omgeving.
De volgende training mocht ik trouwens
alweer een tandje bijzetten: er stond een heus ‘comfortabel’ tempo op het
programma. Nog altijd bijna een minuut trager dan wat ik gewoon ben, maar het
betekende dat ik me minder hoef in te houden. Nou ja, uiteindelijk kwam ik uit op hetzelfde tempo als bij joggen...
Nu kijk ik uit naar volgende
week – dan begint de fase ‘sneller lopen’. Dan mag ik mijn gewone tempo gaan
aanhouden. Van slakkengang naar schildpadgang.
Afstand: 5,5 km
Tijd: 38:11
Afstand: 8 km
Tijd: 56:31
Afstand: 8 km
Tijd: 55:22
Geen opmerkingen:
Een reactie posten