maandag 3 december 2012

Slakkengang


Hoewel ik pas het afgelopen voorjaar voor het eerst een 10 kilometer heb gelopen en nog maar net mijn Zevenheuvelenavontuur achter de rug heb, vond ik het toch alweer tijd voor een nieuwe uitdaging.
Dus heb ik, na wat heen-en-weer-geargumenteer met mezelf, toch maar het onzalige plan opgevat om het komend jaar een halve marathon aan mijn erelijst toe te gaan voegen. En dat moest dan ook maar meteen.

Om goed beslagen ten ijs te komen, wendde ik mij tot het wereldwijde web om daar een schema vandaan te plukken. Niet zomaar een standaard huis- tuin- en keukenschema, zoals ik gebruikte voor mijn 15 kilometer, maar een dat rekening houdt met een aantal variabelen zoals leeftijd, gelopen tijden e.d.
En dat heb ik gevonden!
Dit schema heeft alles waar ik blij van word: verschillende fases in de trainingsopbouw, aangegeven door verschillende kleuren, herinneringen voor trainingen per email, een voorspelde eindtijd aan de hand van mijn snelste 10 kilometer tijd, de mogelijkheid om je gelopen tijden en afstanden in het schema op te nemen, noem het maar op.
Alleen… toen ik de gemiddelde tempo’s zag die ik de komende weken zou moeten aanhouden schoten mijn wenkbrauwen spontaan in een frons. Ik keek nog een keer goed of ik het allemaal wel goed had ingevuld, maar het klopte. Ik had écht gekozen voor een gemiddeld zwaar schema, mijn leeftijd was juist en de geschatte uiteindelijke eindtijd voor de halve marathon leek mij heel reëel.

Ter verduidelijking: in de eerste week moet ik starten met de ‘voorbereidende training’ en dat doe ik blijkbaar door in een uitzonderlijk traag tempo te lopen. Dat tempo heeft de naam ‘joggen’ gekregen.
Nu behoor ik niet tot de snelste lopers - sterker nog, als er sprake is van startvakken, start ik steevast in het laatste vak - maar een tempo van 8:26 per kilometer, twee hele minuten boven mijn normaal gemiddelde tempo, leek zelfs mij ondoenlijk.
Maar goed, onder het mom van ‘wie is hier nu de expert’ (niet ik) besloot ik het gewoon maar te gaan proberen. 

Ik heb er nu twee trainingen 'joggen' op zitten en ik kan alleen maar bevestigen dat mijn aanname klopt – het ís ondoenlijk. Voor mij dan in elk geval.
Je zou zeggen dat langzaam lopen minder moeite kost, maar dat blijkt een misvatting. Zelfs met de grootst mogelijke moeite kreeg ik mezelf niet in het gewenste tempo.
Op momenten dat ik dacht nu toch echt bijna stil te staan, gaf mijn horloge aan dat ik me toch nog voortbewoog met een pace van 6:35. Na nog veel harder mijn best doen, lukte het me uiteindelijk om uit te komen op 7:17, maar dat hield ik niet langer dan een kilometer vol.
Toch ben ik heel tevreden met deze slakkengang. Het is net of ik nu al voel dat er een stevig fundament gebouwd gaat worden door het op deze gefaseerde manier aan te pakken. Bovendien leek het onderweg of ik door het langzamere lopen meer in een soort trance kwam. Geholpen door het prachtige winterzonnetje en de mooie polder vergezichten, had ik nog meer tijd dan anders om te genieten van mijn omgeving.

De volgende training mocht ik trouwens alweer een tandje bijzetten: er stond een heus ‘comfortabel’ tempo op het programma. Nog altijd bijna een minuut trager dan wat ik gewoon ben, maar het betekende dat ik me minder hoef in te houden. Nou ja, uiteindelijk kwam ik uit op hetzelfde tempo als bij joggen...
Nu kijk ik uit naar volgende week – dan begint de fase ‘sneller lopen’. Dan mag ik mijn gewone tempo gaan aanhouden. Van slakkengang naar schildpadgang. 


Afstand: 5,5 km
Tijd: 38:11

Afstand: 8 km
Tijd: 56:31

Afstand: 8 km
Tijd: 55:22

Geen opmerkingen:

Een reactie posten